Operation Manual

- 37 -
Basiskennis
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel heeft geoordeeld dat
toestelschudding minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de
sluitertijd ingesteld worden op een maximum van 8 seconden. Zorg ervoor het toestel niet te
bewegen terwijl u beelden maakt.
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp gekozen worden wanneer
ingesteld is op op AF-opsporing (P89).
Gezichtherkenning
Wanneer [ ] of [ ] geselecteerd is, spoort het toestel automatisch het gezicht van een
persoon op en zullen de focus en de belichting erop aangepast worden (P88).
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het
onderwerp beweegt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval, zal het onderwerp donker worden, zodat deze functie het achterlicht
compenseert door het geheel van het beeld automatisch helderder te maken.
Het is mogelijk de focus in te stellen op het gespecificeerde onderwerp. De focus zal het
onderwerp automatisch blijven volgens ook als deze beweegt. Raadpleeg P89 voor
details.
Stel de [TRACKING AF] in het [OPNAME] functiemenu in op [ON].
([ ] wordt afgebeeld op het scherm.)
Breng het onderwerp naar de AF-opsporingframe
en druk op 4 om het onderwerp te vergrendelen
AF-opsporingframe zal geel worden.
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp
gekozen worden.
Druk weer op 4 om vrij te geven.
Scènedetectie
¦
>
[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET]
Alleen wanneer [] geselecteerd is
[i-NACHTL. SCHAP]
Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is
AF-opsporingsfunctie