Operation Manual
- 39 -
Basiskennis
[OPNAME] functie: ·
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen
(Normale beeldfunctie)
Er kunnen nog veel meer menu-items ingesteld worden en u kunt beelden maken met
grotere vrijheid dan wanneer u beelden maakt in de intelligente automatische functie
(P35).
∫ Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P58)
∫ Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P85)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
A Instelknop
B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Stel de functieknop in op [·].
• Om de instelling te veranderen wanneer u beelden
maakt, naar “Het functiemenu [OPNAME] gebruiken”
(P81) verwijzen.
Richt de AF-zone op het punt waarop u
wenst scherp te stellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
• De focusaanduiding (groen) gaat branden wanneer er
op het onderwerp scherpgesteld is.
• Het focusbereik is 50 cm (Breed)/1 m (Tele) tot ¶.
• Als er beelden gemaakt moeten worden op een nog
dichter bereik, “Close-up’s maken” (P56) raadplegen.
Druk de half ingedrukte ontspanknop
helemaal in om het beeld te maken.
• De kaartaanduiding wordt (P19) rood als er opnamen
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
1
2
3
4
5