Operation Manual

Het opnemen van beelden (basis)
35
VQT0R36
Gebruik van de optische zoom
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
doen lijken met de 3 keer optische zoom,
en landschappen kunnen met de
Groothoek opgenomen worden.
Om onderwerpen verder weg te doen
lijken gebruikt u (Groothoek)
Om het onderwerp dichter bij te laten
lijken, gebruikt u (Tele)
De optische zoom wordt op Groothoek
(1k) gezet, wanneer het toestel
ingeschakeld wordt.
De opname kan enige vervorming hebben
(typisch voorbeeld: verticale rechte lijn die
naar buiten gebogen is). Dit komt door de
lensafwijking, die in alle fotografische
lenzen enigszins normaal is. De
vervorming kan zichtbaarder zijn wanneer
u een bredere zone van de zoomlens
gebruikt terwijl u het onderwerp nadert.
Wanneer u de zoomlens bij een hoge
vergroting gebruikt, kan de kwaliteit van
de opname verbeterd worden indien een
statief gebruikt wordt. Bij een hoge
vergroting kunnen zelfs kleine voorwerpen
een lichte afname in opnamescherpheid
veroorzaken.
Indien u de zoomfunctie gebruikt hebt
nadat u het onderwerp heeft scherp
gesteld, moet u het onderwerp opnieuw
scherp stellen.
In bewegendbeeldfunctie [ ], is de
zoomvergroting vastgesteld op de waarde
die aan het begin van het opnemen
ingesteld is.
De objectiefcilinder (P10) wordt uit of
ingetrokken afhankelijk van de
zoompositie.
Erop letten de beweging van de
objectiefcilinder niet te onderbreken terwijl
het zoomhendeltje gedraaid wordt.
Indien u wenst onderwerpen nog
dichterbij te doen lijken, de digitale zoom
gebruiken. Selecteer [ON] voor [D.ZOOM]
in het [REC] functiemenu voor het gebruik
van de digitale zoom. (P69)
W
T
W T
3
W
T
W T
3