Operation Manual

Het opnemen van beelden (basis)
38
VQT0R36
Sluitersnelheid voor elke flitserinstelling
¢De sluitersnelheid verandert afhankelijk van de langzame sluiterinstelling. (P68)
Er kunnen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in scènefunctie.
Niet van dichtbij naar de fotoflitser
staren.
Indien u de flitser te dicht bij de
onderwerpen brengt, kunnen deze
vervormd of verkleurd worden door de
hitte en verlichting ervan.
De fotoflitser niet bedekken met uw
vingers of andere voorwerpen.
Terwijl de flits opgeladen wordt in
besparingsfunctie, staat de
LCD-monitor uit.
Wanneer u een opname maakt buiten het
bereik van de flitser, zou de belichting niet
juist ingesteld kunnen worden en zou de
opname helder of donker kunnen worden.
Wanneer u opnieuw een foto maakt, zou
de opname buiten werking gesteld
kunnen worden, zelfs als de flitser
geactiveerd is. Maak een foto nadat de
toegangsindicatie verdwenen is.
Wanneer het trilalarm verschijnt, wordt het
aangeraden de flitser te gebruiken.
Bij het instellen van de burst-functie of
auto bracket wordt slechts 1 opname
gemaakt bij iedere keer flitsen.
De flitsicoon wordt rood wanneer de flitser
geactiveerd wordt en de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt wordt.
Tijdens het opladen van de flits knippert
het lampje van de flitsaanduiding rood; u
kunt dan geen foto maken, zelfs niet
wanneer u de sluiterknop helemaal
indrukt.
Wanneer u een foto met de flitser maakt,
wordt de witbalans automatisch ingesteld
[behalve bij [ ] (Daglicht)], maar bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet naar behoren wordt
ingesteld.
Wanneer de sluitersnelheid hoog is, zou
het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Flitserinstelling Sluitertijd (Sec.)
: AUTO 1/60 tot 1/2000
: AUTO/Rode-ogenreductie 1/60 tot 1/2000
: Gedwongen AAN
: Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie
1/60 tot 1/2000
: Langzame synch./Rode-ogenreductie 1/8
¢
tot 1/2000
: Gedwongen UIT
1/8
¢
tot 1/2000
8 tot 1/2000
(In [NIGHT SCENERY] in de
scènefunctie)