Operation Manual

Instellingen van het opnamemenu
64
VQT0R36
[REC] functiemenu (Raadpleeg P61 voor de instellingsmethode.)
De ISO-gevoeligheid stelt de
lichtgevoeligheid in waarden voor. Als u de
ISO-gevoeligheid hoger instelt, wordt het
toestel geschikter voor het opnemen in een
donkere omgeving.
Wanneer u [AUTO] instelt, wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch van
[ISO80] op [ISO200] gezet, al naargelang
de helderheid. (Het kan van [ISO100] op
[ISO400] gezet worden wanneer de flitser
gebruikt wordt.)
In de eenvoudige functie [ ], de
bewegendbeeldfunctie [ ] of de
scènefunctie (P53), staat de
ISO-gevoeligheid vast op [AUTO].
(In [NIGHT SCENERY] en [SOFT SKIN] in
scènefunctie, wordt deze vastgesteld op
[ISO80].)
Om beeldruis te voorkomen, wordt het
aangeraden de ISO-gevoeligheid te
verlagen of [PICT.ADJ.] op [NATURAL] te
zetten. (P69)
De aspectratio is de horizontale tot
verticale ratio van een opname.
U kunt uit twee aspectratio’s kiezen
afhankelijk van het doel.
Beide uiteinden van de opnames die
gemaakt zijn met gebruik van [ ]
kunnen afgeknipt worden bij het
afdrukken. Controleer de opname vooraf.
(P100)
ISO gevoeligheid
[SENSITIVITY]
ISO-gevoeligheid 80 400
Gebruiken in een
heldere omgeving
(b.v. buiten)
Geschikt
Niet
geschikt
Gebruiken in een
donkere omgeving
Niet
geschikt
Geschikt
Sluitersnelheid Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
Aspectratio
[ASPECT RATIO]
Normale ratio.
De opname is horizontaal lang.
Dit is geschikt voor landschappen
en andere onderwerpen die u
liever met een breed zicht heeft.
Dit is ook geschikt voor het
terugspelen op breedbeeld TV’s
en hoge-definitie TV’s.