Operation Manual

Overige
99
VQT0R36
4: De gemaakte opname is witachtig.
Controleer vingerafdrukken op de lens.
Ervoor zorgen het lensoppervlak niet
aan te raken of te bevuilen. Indien de
lens vies is, de objectiefcilinder (P10)
eruit halen en voorzichtig het
lensoppervlak afnemen met een
zachte droge doek.
5: Bewegend beeldopname stopt op de
helft.
Gebruikt u een MultiMediaCard?
Dit apparaat is niet geschikt voor een
MultiMediaCard.
Wanneer u de opnamekwaliteit instelt
op [30fpsVGA], raden we aan een hoge
snelheid SD-geheugenkaart die op de
verpakking “10MB/s” of groter heeft
staan te gebruiken.
Afhankelijk van het type SD Memory
Card en hoeveel keer hierop
opgenomen is of deze gewist is, kan
opnemen mogelijk middenin stoppen.
Als er zoiets dergelijks gebeurt, kan
een opruimbeurt helpen. Wanneer u
het toestel gebruikt, raden we aan dat u
de opruimbeurt ervoor uitvoert. (P81)
LCD-scherm
1: De LCD-monitor gaat soms uit ook als
het toestel aanstaat.
Heeft u de besparingsfunctie ingesteld?
(P19)
In de besparingsfunctie gaat de
LCD-monitor uit terwijl de flitser
opgeladen is.
2: De helderheid van het scherm wordt
donkerder of helderder gedurende
een moment.
Dit fenomeen treedt op wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt,
om de lensopening in te stellen, en is
niet van invloed op de opgenomen
beelden.
3: Het scherm is te helder of te donker.
Stel de helderheid van het scherm af.
(P19)
Is de Stroom LCD functie geactiveerd?
(P24)
4: Sommige beeldpunten op het
LCD-scherm worden inactief of
branden altijd.
Deze beeldpunten zijn niet van invloed
op de opgenomen beelden.
Dit is geen storing.
5: Er verschijnt ruis op het LCD-scherm.
In een donkere omgeving kan ruis
verschijnen om de helderheid van het
LCD-scherm te handhaven.
Dit is niet van invloed op de beelden die
u aan het opnemen bent.
6: Een verticale rode lijn verschijnt op
het LCD-scherm.
Dit heet smeer. Het is specifiek voor
CCD en geen storing. Het verschijnt
wanneer het onderwerp een helder
gedeelte heeft. Het wordt opgenomen
op bewegende beelden, maar niet op
stilstaande beelden.
Flits
1: De flitser is niet geactiveerd.
Staat de flitserinstelling op Gedwongen
UIT [ ]?
Wijzig de flitserinstelling. (P36)
De flitser wordt niet geactiveerd in de
bewegendbeeldfunctie [ ],
[SCENERY], [NIGHT SCENERY], of
[FIREWORKS] in de scènefunctie (P53)
geselecteerd zijn.
2: De flitser wordt 2 keer geactiveerd.
Wanneer u AUTO/Rode-ogenreductie
[ ] selecteert, wordt de eerste
flitser geactiveerd voor
rode-ogenpreventie op het onderwer
(rode-ogenfenomeen) voordat er
daadwerkelijk opnames gemaakt
worden. Na de eerste flitser, wordt de
flitser weer geactiveerd voor opnemen.