Operation Manual

- 115 -
Foto’s retoucheren
[Auto retouche]
U kunt de kleur en helderheid van een foto aanpassen om deze in evenwicht te brengen.
• Er worden nieuwe foto’s gemaakt nadat u foto’s hebt bewerkt met [Auto retouche].
Controleer voordat u beelden gaat bewerken of er voldoende vrije ruimte is in het
ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart.
• Voorbeeldfoto
Selecteer een foto om te retoucheren tijdens het afspelen en
druk op
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Auto retouche] en
druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [ON] en druk dan
op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u [Ja] selecteert, wordt de nieuwe
geretoucheerde foto opgeslagen.
• Wanneer [OFF] is geselecteerd, kunt u een foto in de oorspronkelijke staat (vóór
retouchering) terugzetten.
Het retoucheringseffect kan bij sommige foto’s iets minder opvallen.
Sommige foto’s kunnen hogere ruisniveaus hebben na het retoucheren.
Het is niet altijd mogelijk [Auto retouche] te gebruiken bij foto’s die al zijn
geretoucheerd.
Het is niet altijd mogelijk foto’s te retoucheren die met andere camera’s zijn gemaakt.
U kunt de foto’s in een burst-groep niet als groep retoucheren. Geef elke foto in de
burst-groep afzonderlijk weer en retoucheer dan de foto.
[Auto retouche] kan in de volgende gevallen niet worden uitgevoerd:
• Films
• Foto’s gemaakt in de scènemodus [Panorama-opname]
• 3D-foto’s