Operation Manual

- 168 -
Afdrukken
Voorbereiding:
• Laad de batterij voldoende op.
• Wanneer u foto’s vanuit het
ingebouwde geheugen afdrukt, dient
u eventuele geheugenkaarten te
verwijderen.
• Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of
andere instellingen op uw printer aan.
• Zet de camera en de printer aan.
Sluit de camera aan op de printer
• Zorg dat u de bijgeleverde USB-kabel gebruikt. Het gebruik van een andere dan
de bijgeleverde USB-kabel kan problemen veroorzaken.
Gebruik de cursortoets van de camera om te kiezen voor
[PictBridge(PTP)], en druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om een beeld voor afdrukken te kiezen
en druk dan op [MENU/SET]
Gebruik de cursortoets om in te stellen op [Print start] en druk
dan op [MENU/SET]
(Afdrukinstellingen (171))
Afdrukken annuleren Druk op [MENU/SET].
Let op de richting van de aansluitbus en steek
de stekker er recht in.
(Als u de kabel in de verkeerde richting aansluit,
kan de aansluitbus vervormd raken en storingen
veroorzaken.)
Ontkoppel de USB-kabel niet wanneer het
pictogram voor ontkoppeling van de kabel
wordt weergegeven (dit wordt bij sommige
printers niet weergegeven).
USB-kabel
(gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te
drukken.
Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de camera.
Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer.