Operation Manual
- 67 -
Foto’s opnemen met een flitser
■
Beschikbare typen in elke modus
(○: beschikbaar, –: niet beschikbaar, : standaardinstelling)
[Scènemode]
○
∗
1
○○○○○
–
○○○○○
–
○○ ○ ○
–––
○
–––
–
○○○○○
–
○○○○○
–
○
–– – –
○
–––––
○○○○○○○○○○○○
∗
1
Stel in op , , of afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
• De flitser is niet te gebruiken bij het filmen of in de scènemodi , , , , ,
, , en .
■
Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is
Max. W (groothoek) Ongeveer 0,6 m – 6,4 m
Max. T (tele) Ongeveer 1,0 m – 3,3 m
■
Sluitertijd voor elke flitsmodus
1/60
∗
2
- 1/2000
1
∗
2
∗
3
- 1/2000
∗
2
Afhankelijk van de instelling voor [Korte sluitert.].
∗
3
Wanneer [Korte sluitert.] staat ingesteld op [AUTO] en er wordt beweging waargenomen wanneer
[Stabilisatie] wordt ingesteld op [ON], is de maximale sluitertijd 1/4 seconde. Varieert tevens in de
modus [Intelligent auto] en diverse scènemodi, enz.