Operation Manual

- 99 -
Gebruik van het menu [Opname]
[AF mode]
• Instelprocedures voor het menu [Opname] (51)
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal
onderwerpen.
Opnamemodus:
Instellingen: / / / /
Beelden opnemen
van mensen van
voren
(Gezichtsdetectie)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
AF-gebied
Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de camera is
scherpgesteld.
Wit: Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op
dezelfde afstand zijn als de gezichten in
het gele AF-gebied, worden ook scherp
vastgelegd.
Automatisch
koppelen van de
scherpstelling aan
een bewegend
onderwerp
(Tracking AF)
Raak het onderwerp aan
Autofocus-volgkader
Wanneer uw onderwerp herkend wordt,
verandert het autofocus-volgkader van wit
in geel en dan wordt uw onderwerp steeds
scherp in beeld gehouden. Als de autofocus-
koppeling wegvalt, gaat er een rood kader
knipperen.
Voor deze bedieningsfunctie dient u eerst de aanraaksluiterfunctie
(29) uit te schakelen.
Uitschakelen van de Tracking AF
aanraken.
Scherpstelbereik (hetzelfde als macro-opnamen) (68)
U kunt ook
gebruiken om deze functie uit te voeren.
Onderwerp niet in het
beeld gecentreerd
(Scherpstellen op
23 punten)
Stelt scherp op maximaal 23 punten.
Bepaalde plaats voor
scherpstelling
(Scherpstellen op
1 punt)
(Scherpstelling op
spot)
Scherpstellen op 1 punt: Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied
in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
Scherpstelling op spot:
Er wordt scherpgesteld op een kleiner
gebied.