Operation Manual

62 VQT2R28 VQT2R28 63
Een scène selecteren (61)
Flitser gebruiken in scènemodi (48)
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
[SCÈNE MODE] (vervolg)
Opnamemodus:
[PORTRET]
Verbetert de huidskleur van onderwerpen
voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht.
Tips
Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
[GAVE
HUID]
Verzacht de kleuren van de huid in helder
daglicht buiten (portretten vanaf de borst).
Tips
Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan.
Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
De duidelijkheid van het effect
kan variëren, afhankelijk van de
hoeveelheid licht.
Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
Als een deel van de achtergrond
enzovoort een kleur heeft die dicht
in de buurt komt van huidskleur,
wordt dit deel ook zachter gemaakt.
[TRANSFORMEREN]
Verandert uw onderwerp in een filmster of
een superslanke verschijning.
Gebruik ▲▼ om het transformatieniveau te kiezen
en druk dan op [MENU/SET] om het vast te leggen.
De instellingen zijn
ook te wijzigen via het
Quick-menu. (112)
Neem de foto.
Opmerkingen
Deze functie mag alleen worden gebruikt voor
privédoeleinden, dus niet voor winstbejag
of commerciële toepassingen, waarvoor
auteursrechten gelden.
Gebruik deze functie niet zodanig dat het
iemand schade kan berokkenen of de
openbare orde of goede zeden kan aantasten.
Gebruik de functie niet zo dat uw onderwerp
er door geschaad kan worden.
Wanneer u hiermee een foto neemt,
wordt de huidtint treffend verbeterd.
De beeldkwaliteit wordt iets minder.
De [FOTO RES.] wordt
ingesteld overeenkomstig de
[ASPECTRATIO] instelling, zoals
hieronder uiteengezet.
: 3 M
: 2,5 M
: 2 M
De volgende functie is vast ingesteld.
[KWALITEIT]: (Standaard)
Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
De gezichtsherkenning kan niet
zo doeltreffend werken wanneer
u gebruik maakt van [SLANK
HOOG] of [UITREKKEN HOOG].
De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
Extra-optische zoom/[DIG. ZOOM]/
[AUTO BRACKET]/[MULTI-
ASPECT]/[BURSTFUNCTIE]
[ZELFPORTRET]
Foto’s van uzelf maken.
Tips
Druk de ontspanknop half in de indicator
van de zelfontspanner gaat aan druk de
ontspanknop volledig in bekijken
(wanneer de indicator van de zelfontspanner
knippert, is niet goed scherpgesteld)
Scherpstelling: 30 cm-1,2 m (Max. W)
Gebruik geen zoom (moeilijker scherp te stellen).
(Zoom gaat automatisch naar max. W)
Zelfontspanner van 2 seconden aanbevolen.
Foto’s maken met geluid (106)
(indicatielampje zelfontspanner
brandt tijdens het fotograferen)
Belangrijke vaste instellingen
[ZOOMOVERZ.]: [OFF]
[ZELFONTSPANNER]: [UIT]/
[2 SEC.]
[STABILISATIE]: [MODE 2]
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
Standaardinstelling voor [AF
MODE] is
(gezichtsdetectie).
Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen Scène Toepassingen, Tips Opmerkingen
[LANDSCHAP]
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen
op afstand.
Tips
Ga op minstens 5 m afstand staan.
Belangrijke vaste instellingen
[FLITS]:
[GEDWONGEN UIT]
[AF ASS. LAMP]: [OFF]
[PANORAMA
ASSIST]
Gebruik de bijgeleverde software om
verscheidene beelden aan elkaar te rijgen tot
een enkele panoramische foto.
Gebruik ▲▼ om de opnamerichting te kiezen en
druk dan op [MENU/SET] om die vast te leggen.
Speciale richtlijnen voor panoramafoto’s
worden aangegeven.
Neem de foto.
Stel in op [VOLG.] en druk dan op [MENU/
SET] om door te gaan.
Ook kunt u op de
ontspanknop drukken.
U kunt foto’s opnieuw
nemen door in te
stellen op [NIEUW].
Kies een andere compositie en neem de foto
zo dat een deel van de foto overlapt met de
vorige foto.
Om nog meer foto’s
te nemen, stelt u in op
[VOLG.] en herhaalt u
de stappen
en .
Deel van de foto dat al deel uitmaakte van de
vorige foto
Na afloop van het fotograferen, kiest u voor
[EXIT] en drukt u op [MENU/SET] om het
menu te sluiten.
Tips
Neem alle foto’s vanaf dezelfde plaats.
Gebruik een statief.
Maak als het donker is foto’s met de zelfontspanner.
De scherpstelling, zoomstand,
belichtingscompensatie,
witbalans, sluitertijd en ISO-
gevoeligheid worden allemaal
vastgesteld op de waarde voor
de eerste foto.
Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal 8
seconden.
Bij donkere beelden kan er
interferentie zichtbaar zijn.
De sluiter kan tot 8 seconden
na het maken van de opname
gesloten blijven.
Voornaamste vaste instellingen
[FLITS]:
[GEDWONGEN UIT]
[GEVOELIGHEID]: ISO80 - 800
Het panoramisch aaneenlassen
kan niet met deze camera
worden verricht. Met de software
‘PHOTOfunSTUDIO’ op de
bijgeleverde cd-rom kunt u
de foto’s die u maakt, op de
computer samenvoegen tot een
panoramafoto.
De volgende functies zijn niet te
gebruiken.
[AUTO BRACKET]/[MULTI-
ASPECT]/[AUDIO OPNAME]/
[BURSTFUNCTIE]
[SPORT]
Foto’s maken van scènes met snelle
bewegingen, bijvoorbeeld sport.
Tips
Ga op minstens 5 m afstand staan.
Als de camera is ingesteld op
[STABILISATIE] en er zeer
weinig trillingen zijn of als
[STABILISATIE] is ingesteld op
[OFF], kan de sluitertijd worden
verlengd naar maximaal 1
seconde.
Belangrijke vaste instelling
[SLIMME ISO]: ISOMAX1600