Operation Manual

96 VQT2R28 VQT2R28 97
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (20)
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg)
[KWALITEIT]
Stel de fotokwaliteit in.
Opnamemodus:
Instellingen: Fijn (hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij fotokwaliteit)
Standaard (standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal foto’s)
[ASPECTRATIO]
De aspectratio (beeldverhouding) van de foto kan worden gewijzigd, afhankelijk van het
formaat voor afspelen of afdrukken.
Opnamemodus:
Instellingen:
3
4
2
3
9
16
Hetzelfde als een tv- of
computerscherm van 4:3
Hetzelfde als een normale
filmcamera
Voor afspelen op breedbeeld-tv/
high-definition-tv
Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf.
In de ([INTELLIGENT AUTO] stand) kunnen, (11,5M) en (10,5M) worden
gekozen door het wijzigen van de [FOTO RES.].
[SLIMME ISO]
Ter voorkoming van onscherpe foto’s worden de ISO-gevoeligheid en sluitertijd
automatisch afgestemd op de beweging van het onderwerp. Een grotere ISO-
gevoeligheid zorgt voor meer scherpte en reduceert de effecten van trillingen, maar
kan leiden tot meer interferentie. Selecteer de maximale ISO-gevoeligheid op basis van
onderstaande tabel.
Opnamemodus:
Instellingen: [OFF] / / /
Instelinstructies
Beweging van onderwerp Traag Snel
ISO-gevoeligheid Laag Hoog
Sluitertijd Traag Snel
Interferentie Laag Hoog
Traag bewegend onderwerp
Snel bewegend onderwerp
ISO-gevoeligheid 200
(Sluitertijd 1/30)
ISO-gevoeligheid 800
(Sluitertijd 1/125)
Na de opname ziet u gedurende een paar seconden de sluitertijd en ISO-gevoeligheid.
Als de interferentie opvalt, raden we u aan de instelling te verlagen of
[RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] in de richting + te zetten.
Foto’s kunnen onscherp worden afhankelijk van helderheid, resolutie, positie en
bewegingssnelheid van het onderwerp (als het onderwerp bijvoorbeeld te klein is, zich
aan de rand van de foto bevindt of begint te bewegen als u op de ontspanknop drukt).
Bereik van flitsopnamen (48)
[GEVOELIGHEID]
U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
Opnamemodus:
Instellingen: [AUTO] / [80] / [100] / [200] / [400] / [800] / [1600]
Instelinstructies
[GEVOELIGHEID] [80] [1600]
Locatie
(aanbevolen)
Licht
(buiten)
Donker
Sluitertijd Traag Snel
Interferentie Laag Hoog
[AUTO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 400 (1000 wanneer u een flitser
gebruikt) op basis van beweging van het onderwerp en helderheid.
Bereik van flitsopnamen (48)
Kan niet worden ingesteld bij gebruik van [SLIMME ISO] (u ziet )
Als de interferentie opvalt, raden we u aan de instelling te verlagen of
[RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] in de richting + te zetten.