Operation Manual

102 VQT2R28 VQT2R28 103
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (20)
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg)
[I. EXPOSURE]
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de
belichting aan voor meer levensechte kleuren.
Opnamemodus:
Instellingen: [OFF]/[LOW]/[STANDARD]/[HIGH]
[LOW], [STANDARD] en [HIGH] geven de hoeveelheid correctie aan.
Als een andere instelling dan [OFF] wordt gebruikt, wordt op het scherm
weergegeven.
Wanneer [I. EXPOSURE] werkt, verandert de kleur van .
Zelfs als de [GEVOELIGHEID] staat ingesteld op [80] of [100], wanneer de
[I. EXPOSURE] functie wordt ingeschakeld, kunnen de foto’s worden genomen met een
hogere gevoeligheid dan uw gekozen instelling.
Onder bepaalde omstandigheden kan het zijn dat de gewenste correctie-effecten niet
worden bereikt.
[KORTE SLUITERT.]
Stelt sluitertijd in op de maximale waarde. We raden u een langere sluitertijd aan voor
heldere foto’s op donkere locaties.
Opnamemodus:
Instellingen: [AUTO] [1/250] [1/125] [1/60] [1/30] [1/15] [1/8] [1/4] [1/2] [1]
Langere sluitertijden maken helderdere foto’s mogelijk, maar vergroten de kans op
trillingen, dus we raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
Aangezien foto’s donker kunnen worden bij een kortere sluitertijd, bijvoorbeeld [1/250],
raden we u aan foto’s in een heldere omgeving te maken (als u de ontspanknop half
indrukt, knippert ( rood bij donkere foto’s).
wordt op scherm weergegeven bij andere instellingen dan [AUTO].
[BURSTFUNCTIE]
Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de
ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
Opnamemodus:
Instellingen:
[BURSTFUNCTIE]
instelling
Snelheid Aantal foto’s
[OFF]
Geen burstfunctie
(Burstfunctie)
2,3 foto’s/sec.
Fijn: max. 3
Standaard: max. 5
Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
Scherpstelling, belichting en witbalans worden in de eerste foto vastgezet.
De burstsnelheid kan lager zijn bij een hoge [GEVOELIGHEID] of bij een langere
sluitertijd in donkere omgevingen.
Wanneer u de burst-instelling gebruikt, wordt de flitser ingesteld op [GEDWONGEN
UIT] en worden de [AUTO BRACKET], [MULTI-ASPECT] en [AUDIO OPNAME]
instellingen uitgeschakeld.
Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren
voordat de gegevens zijn weggeschreven.
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
Automatische weergave wordt uitgevoerd ongeacht de instelling voor [AUTO REVIEW].
Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [PANORAMA
ASSIST], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [STERRENHEMEL],
[SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [HOGE DYNAMIEK] en [FOTO FRAME].
Als u de scènemodus [HI-SPEED BURST] gebruikt, kunt u sneller achter elkaar foto’s
maken. De [FLITS-BURST] functie is handig voor het nemen van een reeks foto’s op
een donkere plaats met flitslicht.
[I.RESOLUTIE]
Superresolutietechnologie kan worden gebruikt om foto’s met scherpere contouren en
een hogere resolutie te maken. Ook kan als [i.ZOOM] is ingesteld, de zoomafstand
worden verhoogd tot ongeveer 1,3 zonder merkbare verslechtering van de beeldkwaliteit.
Opnamemodus:
Instellingen: [OFF]/[ON]/[i.ZOOM]
Informatie over i.ZOOM (41)
De instelling is vastgezet op [i.ZOOM] in (modus [INTELLIGENT AUTO]) en
(modus [PRIKBORD]).
De instelling is vastgezet op [ON] in [H. GEVOELIGH. ] en de scènemodi [HI-SPEED
BURST], [OFF] in [FLITS-BURST] en de scènemodi [SPELDENPRIK] en [i.ZOOM] in
andere scènemodi.