Operation Manual

- 167 -
Overige
Zorgdragen voor de fotocamera
De lens en de aansluitingen niet aanraken met vuile handen. Tevens erop letten geen
vloeistoffen, zand en andere vreemde deeltjes in de buurt te doen komen van de lens,
knoppen, enz.
De lensbarrière A niet aanraken. (Dit zou schade kunnen
toebrengen aan het toestel. Oppassen wanneer u het toestel
uit een tas, enz. haalt.)
Als de lens vuil wordt, de stroom aanzetten en de
objectiefcilinder naar buiten doen komen. Vervolgens de
objectiefcilinder tussen uw vingers houden en het
lensoppervlak licht afnemen met een zachter droge doek. (Als
u vingerafdrukken achterlaat of als de lens door iets anders
bevuild wordt, zouden de beelden die u maakt witter dan
normaal eruit kunnen zien.)
(B: Toestel AAN/UIT)
Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten liggen.
Het toestel niet hard schudden of stoten bezorgen door het te laten vallen of het ergens
tegen aan laten slaan. Geen zware druk uitoefenen.
Het toestel kan slecht werken, het maken van beelden zou onmogelijk kunnen worden of de
lens, de LCD-monitor of de buitenkant zouden beschadigd kunnen raken.
We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit en het ook niet in
een volle of te kleine tas te proppen, enz.
Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
Geen andere spullen aan de handriem hangen die bij het toestel wordt geleverd. Bij het
opbergen zou er anders iets tegen de LCD-monitor kunnen komen en zou deze zo beschadigd
kunnen worden.
Bijzonder voorzichtig zijn in de volgende gevallen aangezien deze er voor kunnen
zorgen dat het toestel slecht gaan werken.
Plaatsen met veel zand of stof.
Plaatsen waar water in contact kan komen met dit apparaat zoals wanneer u het gebruikt op
een regenachtige dag of op het strand.
Dit toestel is niet waterbestendig. Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een
droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Als het apparaat niet normaalt werkt, gelieve contact opnemen met de dealer waar u het
toestel gekocht heeft of met het reparatieservicecentrum.
Over condens (Als de lens bedampt is)
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt. Op condens
letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan. De
mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt
komt van de kamertemperatuur.