Operation Manual
Basiskennis
- 38 -
[OPNAME] functie: ·
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
∫ Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P59)
∫ Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P99)
∫ Wanneer u bewegende beelden opneemt (P77)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
A [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
B Instelknop
Stel de functieknop in op [·].
• Om de instelling te veranderen wanneer u beelden
maakt, naar
“Het functiemenu [OPNAME] gebruiken”
(P95) verwijzen.
Richt de AF-zone op het punt waarop u
wenst scherp te stellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
• De focusaanduiding (groen) gaat branden wanneer er
op het onderwerp scherpgesteld is.
• Het focusbereik is 50 cm (Breed)/2 m (Tele) tot ¶.
• Als er beelden gemaakt moeten worden op een nog
dichter bereik,
“Close-up’s maken” (P56) raadplegen.
Druk de half ingedrukte ontspanknop
helemaal in om het beeld te maken.
• De kaartaanduiding wordt (P16) rood als er opnamen
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.