Operation Manual

8 / 58
Veiligheidsinstructies
2. Veiligheidsinstructies
2.1. Gevaren voor kinderen en personen met
beperkte vermogens om apparaten te bedienen
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclu-
sief kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of intel-
lectuele vermogens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis,
tenzij dit gebeurt onder toezicht van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of de personen zijn geïnstrueerd
in het juiste gebruik van het apparaat.
Kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker van te zijn
dat zij niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen het ap-
paraat niet zonder toezicht gebruiken.
Berg het apparaat en de accessoires buiten bereik van kinde-
ren op.
GEVAAR!
Bij onjuist gebruik bestaat er mogelijk gevaar voor
verstikking.
Houd het verpakkingsmateriaal, zoals folie, uit de
buurt van kinderen.