Operation Manual

105
7
Veiligheid
B3_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Het resetten van het systeem moet gebeuren
bij aangezet contact (contact in de stand "ON"
of de modus "ON") en stilstaande auto.
F Open het dashboardkastje.
F Druk op de resetknop.
De nieuw opgeslagen drukwaarden
worden door het systeem beschouwd als
referentiewaarden.
Resetten
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist
is.
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
Er is een sticker op de middenstijl aan de
bestuurderszijde aangebracht om u hierop
attent te maken.
F
Als dit verklikkerlampje driemaal
knippert op het instrumentenpaneel,
wordt het resetten uitgevoerd.
F Wacht enkele minuten alvorens het contact
af te zetten (contact in de stand "ACC" of
"LOCK", of de modus "OFF").