Operation Manual

135
9
Praktische informatie
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
F Draai de dop los en hang hem aan de
steun die zich aan de binnenzijde van de
brandstoftankklep bevindt.
F Steek het vulpistool tot de aanslag naar
binnen alvorens dit te bedienen (kans op
spatten).
F Houd het vulpistool in deze stand tijdens
het vullen.
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen rijden
op biobrandstoffen van het type E10 (deze
bevatten 10% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn
EN 15293.
Na het tanken:
F Draai de dop vast totdat u een klik hoort.
Zodra u de dop loslaat, draait hij enigszins
in de tegengestelde richting.
F Druk de brandstoftankklep dicht.
Laat het vulpistool bij het tanken nooit
meer dan 3 keer automatisch uitspringen.
Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen
optreden.
Uw auto is voorzien van een katalysator die de
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen
loodvrije benzine worden getankt.