Operation Manual

143
9
Praktische informatie
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Wiel demonteren
F Verwijder de sticker in het hart van het
reservewiel (die aangeeft dat een band
moet worden gerepareerd) en plak deze in
het interieur van de auto, in het blikveld van
de bestuurder.
F Verwijder de wieldop met behulp van het
uiteinde van de wielsleutel.
F Draai de wielbouten iets los met de
wielsleutel 1.
F Plaats het voetstuk van de krik 2 op de
grond en controleer of deze zich loodrecht
onder het steunpunt A aan de voorzijde of
het steunpunt B aan de achterzijde bevindt.
Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste
bij het te verwisselen wiel bevindt
F Draai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het gebruikte steunpunt A of B raakt; het
contactvlak van het steunpunt A of B van
de auto moet goed in het centrale gedeelte
van de kop van de krik steken.
F Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik
wegschuiven of wegzakken: kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en controleer of het
contactvlak van het steunpunt correct in de kop van de krik steekt. Zo niet, dan kan de auto
beschadigd raken en/of de krik wegzakken: kans op letsel!