Operation Manual

14
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlicht of
dimlicht
permanent. Het parkeerlicht of het dimlicht is
ingeschakeld.
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal.
Mistachterlicht permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar.
Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór (volgens
uitvoering) zijn ingeschakeld.
Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Let op: bij als accessoire gemonteerde mistlampen
kan de bediening anders zijn.