Operation Manual

17
1
Controle tijdens het rijden
B3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent, op het
pictogrammendisplay
van de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatsen, behalve in het geval van
een storing in het airbagsysteem (aangegeven door het
branden van het waarschuwingslampje Airbags).
Antispinregeling
(TRC)
permanent. Er is kort op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) is
uitgeschakeld.
Druk op de toets om het systeem in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie TRC wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(CSC)
permanent. Er is bij stilstaande auto langer dan
3 seconden op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) en
dynamische stabiliteitscontrole (CSC)
zijn uitgeschakeld.
Druk op de toets om deze systemen in te schakelen.
Het CSC-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal.