Operation Manual

21
1
Controle tijdens het rijden
B3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Laag
brandstofniveau
permanent. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5 liter brandstof in
de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 35 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Laadstroom
accu
permanent. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordels
vóór
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal.
De bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen