Operation Manual

31
2
Toegang tot de auto
B3_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Afstandsbediening
Met behulp van de afstandsbediening kan de auto op afstand worden vergrendeld en ontgrendeld
en kan de auto worden gelokaliseerd.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de sleutel uit/in te
klappen.
F
Druk op de toets met het gesloten
hangslot om de auto te vergrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen eenmaal.
Wanneer u de auto hebt vergrendeld en merkt dat
een van de portieren niet goed is gesloten, sluit
dan het portier en vergrendel de auto opnieuw.
F
Druk op de toets met het geopende
hangslot om de auto te ontgrendelen.
Ontgrendelen
De richtingaanwijzers knipperen tweemaal.
F Druk op het gesloten hangslot
om de eerder vergrendelde
auto te lokaliseren op een
parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De richtingaanwijzers knipperen gedurende
enkele seconden.
De radiografische afstandsbediening
is een gevoelig systeem; het is
raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de auto per ongeluk
ontgrendeld wordt.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik van
uw auto. De afstandsbediening kan dan
onbruikbaar worden.
Als de auto wordt ontgrendeld en er geen
portier wordt geopend, wordt de auto na
ongeveer dertig seconden automatisch weer
vergrendeld.