Operation Manual

NL 21
Instellingen wijzigen
In het menu Ambilight kunt u meer
Ambilight-instellingen kiezen.
1. Druk terwijl u TV kijkt op >
[Configuratie].
2. Selecteer [TV-instellingen] > [Ambilight].
3. Selecteer de instelling die u wilt aanpassen:
[Dynamisch]: hiermee wordt Ambilight
ingesteld tussen een ontspannen en
dynamisch niveau. Deze functie is alleen
beschikbaar als Ambilight [Kleur] is
ingesteld op [Dynamisch].
[Helderheid]: hiermee past u de
helderheid van Ambilight aan.
[Kleur]: hiermee selecteert u een
voorgeprogrammeerde kleurinstelling.
[Gewenste kleur]: hiermee stelt u uw
eigen Ambilight-kleur in. Kies
[Ambilight] > [Kleur] > [Gewenst] om
deze optie te openen.
[Scheiding]: hiermee stemt u de
verschillende kleurniveaus voor elke
kant van de TV af. Schakel deze functie
uit voor een dynamische, gelijkmatige
Ambilight-kleur.
[TV uitschakelen]: hiermee selecteert u
hoe Ambilight wordt uitgeschakeld
wanneer de TV wordt uitgeschakeld.
[Lounge light]: hiermee selecteert u een
LoungeLight-modus. LoungeLight wordt
ingeschakeld wanneer de TV in de
stand-bymodus is.
[Scenea lounge light]: hiermee schakelt
u de Scenea-sfeerverlichting in of uit
terwijl Scenea is ingeschakeld.
[Muurkleur]: hiermee selecteert u de
kleur van de wand achter de TV. De
Ambilight-kleuren worden afgestemd
op de kleur van de wand.
LoungeLight gebruiken
Druk met de TV in stand-by op Ambilight
aan de voorkant van de TV om een
LoungeLight-effect te creëren in uw kamer.
Opmerking: het kan meer dan 5 seconden
duren voordat LoungeLight inschakelt.
Als u een ander LoungeLight-kleurenpalet
wilt selecteren, raadpleegt u De TV
gebruiken > Ambilight gebruiken >
Instellingen veranderen (Pagina 21).
Door de PC bladeren met
DLNA
Wat u kunt doen
Als u foto's, video's of muziekbestanden
hebt opgeslagen op een computer die is
aangesloten op een thuisnetwerk, kunt u
deze bestanden afspelen op de TV.
Wat hebt u nodig...
Een vast of draadloos thuisnetwerk dat
via een uPnP-router (Universal Plug and
Play) is verbonden.
Een draadloze Philips USB-adapter of
LAN-kabel om de TV aan te sluiten op
het thuisnetwerk.
Een mediaserver zoals:
PC met Windows Media Player 11 of
hoger; of
Mac met Twonky Media Server.
Zorg dat de computerfirewall de
uitvoering van het mediaserver-
softwareprogramma toestaat.
U moet ook de netwerkverbinding instellen:
Sluit uw TV en computer aan op
hetzelfde thuisnetwerk. Zie De TV
aansluiten > Computers en internet
(Pagina 60).
Schakel uw computer en de router in.
Vervolgens moet u een server instellen voor
het delen van media, met behulp van
Windows Media Player 11 of hoger, of
Twonky Media Server.
Opmerking: voor hulp bij het gebruik van
andere mediaservers, zoals TVersity,
raadpleegt u de website van de mediaserver.
Als het apparaat als gevolg van een externe
elektrostatische storing (d.w.z. een
elektrostatische ontlading) niet niet
terugkeert naar de DLNA-modus, dient de
gebruiker dit zelf te doen.