Operation Manual

De Bluetooth-software
bijwerken
Met deze functie kunt u de Bluetooth-software
van dit toestel bijwerken met de meest recente
versie. Raadpleeg onze website voor meer in-
formatie over de Bluetooth-software en het bij-
werken ervan.
Belangrijk
Schakel het toestel nooit uit en koppel de telefoon
nooit los terwijl de software wordt bijgewerkt.
1 Zet de signaalbron uit.
Raadpleeg Een signaalbron aan- en uitschake-
len op bladzijde 10.
2 Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
3 Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
4 Raak BT Software Update aan.
5 Raak Start aan om de gegevensover-
drachtsmodus weer te geven.
# Volg de aanwijzingen op het scherm om het
bijwerken te voltooien.
De Bluetooth-
systeemversie weergeven
Als dit toestel niet correct werkt, zult u mis-
schien contact moeten opnemen met uw leve-
rancier voor reparatie. In dat geval kan u
gevraagd worden wat de systeemversie van
uw toestel is. Voer de volgende procedure uit
om de versie van uw toestel op te vragen.
1 Zet de signaalbron uit.
Raadpleeg Een signaalbron aan- en uitschake-
len op bladzijde 10.
2 Druk op de toets Home om naar het be-
ginscherm te gaan.
3 Raak de systeemtoets aan om het sys-
teemmenu te openen.
4 Raak Bluetooth Versie Informatie aan
om de versie van de Bluetooth-module van
dit toestel weer te geven.
De Bluetooth-
veiligheidsmodus gebruiken
Raadpleeg De Bluetooth-veiligheidsmodus ge-
bruiken op bladzijde 76.
Instellingen voor de
achteruitrijcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die het beeld in spiegelbeeld weergeeft,
omdat anders het beeld op het scherm omge-
keerd wordt weergegeven.
Dit toestel is voorzien van een functie die er-
voor zorgt dat automatisch wordt overgescha-
keld naar het beeld van de achteruitrijcamera
(R.C IN) als die aanwezig is op het voertuig en
de versnellingspook in de stand ACHTERUIT
(R) wordt gezet. (Neem voor meer informatie
contact op met uw leverancier.)
U kunt ook naar het beeld van de achteruitrij-
camera overschakelen door de toets aan te
raken.
Raadpleeg voor meer informatie Achteruit-
weergave op bladzijde 13.
! Nadat de achteruitrijcamera is ingesteld,
dient u de werking te controleren door de
versnelling in ACHTERUIT (R) te zetten;
het beeld van de achteruitrijcamera moet
op het display verschijnen.
! Als het beeld van de achteruitrijcamera op
het display verschijnt terwijl u gewoon voor-
uit rijdt, moet u de instellingen van de ach-
teruitrijcamera wijzigen.
Nl
68
Hoofdstuk
18
Systeeminstellingen