Operation Manual

129
Hoofdstuk
8 De instellingen van de AV bron aanpassenAV
1 Tip “AV1 Input” of “AV2 Input” aan in het
System menu.
Elke keer dat u “AV1 Input” of “AV2 Input
aantipt, worden de instellingen als volgt
gewijzigd:
AV1 Input:
Off — Er is geen videocomponent
aangesloten
Video — Externe videocomponent
EXT — Pioneer externe eenheid
aangesloten met een RCA-videokabel
M-DVD — DVD speler of Multi-DVD speler
aangesloten met IP-BUS kabel
Wanneer een DVD speler of Multi-DVD
speler aangesloten is met IP-BUS kabel en
RCA videokabel selecteert u “M-DVD”.
Wanneer de AV bron “M-DVD” is, kan het
“Videobeeld” van de DVD speler of Multi-
DVD speler weergegeven worden.
Wanneer een Pioneer externe eenheid
verbonden is met een IP-BUS kabel,
selecteert u EXT. Als de geluidsbron EXT
is, kan het “Videobeeld” van het Pioneer
externe eenheid weergegeven worden.
AV2 Input:
Off — Er is geen videocomponent
aangesloten
Video — Externe videocomponent
Gebruik AV2 Input wanneer u CD-RM10
(afzonderlijk verkocht) aansluit via het
externe video component.
Instelling voor de
achteruitkijkcamera
De volgende beide functies zijn beschikbaar.
Voor de achteruitkijkcamera functie hebt u een
afzonderlijk verkrijgbare achteruitkijkcamera
nodig (bijv. ND-BC2). (Raadpleeg uw dealer voor
nadere informatie.)
Camera voor het achteruit rijden
Het navigatiesysteem heeft een functie die
automatisch overschakelt op het volledig scherm
van de achteruitkijkcamera geïnstalleerd op uw
voertuig. Wanneer de schakelhendel in de
ACHTERUIT (R) stand staat, wordt automatisch
overgeschakeld naar het volledig-scherm van de
achteruitkijkcamera.
Camera voor de achteruitkijkmodus
Achteraanzicht kan altijd (bijv. wanneer er een
aanhangwagen, etc. wordt gevolgd) worden
weergegeven wanneer de kaartinformatie
gedeeltelijk wordt getoond. Houd er rekening
mee dat bij deze instelling niet het volledige beeld
wordt weergegeven en dat een gedeelte van het
camerabeeld niet zichtbaar is.
Pioneer raadt het gebruik aan van een
spiegelreflexcamera, anders kan het beeld
omgekeerd op het scherm worden
weergegeven.
Wanneer het beeld van de achteruitkijkcamera
wordt weergegeven, als de schakelhendel
vanuit een andere positie in de achteruitstand
ACHTERUIT (R) wordt gezet, dient u de
instelling onmiddellijk te bevestigen.
Wanneer het hele scherm tijdens het normale
rijden verandert in een
achteruitkijkcamerabeeld, ga dan over op een
andere instelling.
Oorspronkelijk is deze functie op Off gezet.
1 Tip “Camera” aan in het System menu.
2 Tip “Camera” aan om de instelling van de
achteruitkijkcamera aan te zetten.
Door “Camera” aan te tippen, wordt
geschakeld tussen “On” en “Off”.
Tenzij deze instelling “On” is, kunt u niet
naar de Achteraanzichtmodus schakelen.
3 Tip “Polarity” aan om de geschikte
instelling voor de polariteit te selecteren.
Elke keer wanneer u “Polarity” aantipt, wordt
geschakeld tussen de volgende polariteit:
Battery — Wanneer de polariteit van de
aangesloten draad positief is terwijl de
schakelhendel in de ACHTERUIT (R) stand
staat
GND — Wanneer de polariteit van de
aangesloten draad negatief is terwijl de
schakelhendel in de ACHTERUIT (R) stand
staat
Andere functies
CRB2458A_Nederlands.book Page 129 Monday, July 9, 2007 8:02 PM
131