Operation Manual

154
Bijlage NAVI/AV
De draad voor de snelheidspuls is
niet aangesloten. Sluit de draad voor
de snelheidspuls aan op het
systeem. De precisie kan niet worden
gewaarborgd zonder de
snelheidspuls.
De snelheidssignaalinvoer (roze
voedingsdraad) van de
voedingskabel is niet aangesloten.
Om in de 3D hybride mode te
werken, dient u de
snelheidssignaalinvoer (roze
voedingsdraad) van de
voedingskabel correct aan te sluiten.
Hoewel er gewerkt kan worden in de
eenvoudige hybride mode zonder de
snelheidssignaalinvoer aan te
sluiten, zal de plaatsbepaling minder
nauwkeurig zijn.
Trillingen gedetecteerd. Schakel het
systeem uit en controleer uw
installatie. Na de controle dient u het
systeem opnieuw op te starten en bij
deze melding op “OK” te drukken.
Het navigatiesysteem is geïnstalleerd
op een plaats waar het aan hevige
trillingen onderhevig kan zijn.
Herinstalleer het navigatiesysteem
op een andere plaats waar het
apparaat niet aan trillingen
onderhevig is.
De richting van de gyro-sensor is niet
correct. Schakel het systeem uit en
controleer uw installatie. Na de
controle dient u het systeem
opnieuw op te starten en bij deze
melding op “OK” te drukken.
De richting van de G sensor niet juist
is ingesteld.
Zie de “Installatiehandleiding” en stel
de richting van de navigatiesysteem
juist in.
De gyro-sensor werkt niet naar
behoren. Raadpleeg uw dealer of
Pioneer service-centrum.
Er is een abnormale uitgang
gedetecteerd van de gyro-sensor.
Noteer de foutcode die op het
scherm verschijnt. Schakel de
stroom uit en neem contact op met
uw Pioneer dienst faciliteit.
Deze functie is op dit moment niet
beschikbaar.
Het scherm kan niet worden
weergegeven in de
Voertuigdynamica weergave.
Omdat de sensor niet geleerd heeft,
kan er geen sensorinformatie worden
verkregen.
Als de sensorleerstatus de
sensorinitialiseerstatus heeft bereikt,
is het systeem gebruiksklaar.
De verticale hoek van de installatie
werd gewijzigd. De leerstatus van de
gyrosensor werd geïnitialiseerd.
Als de bevestigingshoek van het
navigatiesysteem gewijzigd is.
Het systeem initialiseert de sensor
om deze te bedienen met het
maximum vermogen en begint
automatisch opnieuw bij te leren.
De verticale hoek van de installatie
overschrijdt het toegelaten niveau.
Installer de navigatie-eenheid
correct.
Het navigatiesysteem is gemonteerd
onder een hoek die groter is dan de
toegestane montagehoek.
Controleer de montagehoek. (Het
navigatiesysteem moet geïnstalleerd
worden binnen de toegelaten
installatiehoek. Voor meer informatie
verwijzen wij u naar de
installatiehandleiding.)
Routeberekening onmogelijk. Het berekenen van de route is
mislukt vanwege een gebrekkig
functioneren van kaartgegevens,
software, hardware, of de disc.
• Wijzig de bestemming.
• Maak de disc schoon.
• Raadpleeg de lokale Pioneer dealer
als dit bericht blijft verschijnen.
Routeberekening onmogelijk omwille
van te verafgelegen bestemming.
De bestemming is te ver weg. • Kies een bestemming die dichter
bij het startpunt ligt.
• Kies een of meer viapunten.
Routeberekening onmogelijk omwille
van te nabije bestemming.
De bestemming of het (de)
viapunt(en) is(zijn) te dichtbij.
Kies een bestemming of viapunt(en)
verder van het startpunt.
Routeberekening onmogelijk omwille
van verkeersreglementeringen.
• De bestemming of viapunt(en)
bevinden zich in een
gecontroleerde verkeerszone (GVZ)
en het berekenen van de route
wordt belemmerd.
• Uw voertuig bevindt zich
momenteel in een gecontroleerde
verkeerszone (GVZ) en het
berekenen van de route wordt
belemmerd.
• Kies een bestemming en
viapunt(en) buiten de GVZ als u de
locatie van het betreffende gebied
kent.
• Probeer een bestemming of
viapunt(en) te kiezen die enigszins
afwijken van de momenteel
gekozen punten.
• Rijd uw voertuig naar een gebied
waar geen beperkingen gelden en
voer een nieuwe bestemming en
viapunt(en) in.
Boodschap Wanneer Wat u doet:
CRB2458A_Nederlands.book Page 154 Monday, July 9, 2007 8:02 PM
156