Operation Manual

Equalizercurven selecteren
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
EQUALIZER te selecteren in het audiofunc-
tiemenu.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de instel-
lingenmodus weer te geven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de
equalizer te selecteren.
DYNAMIC—VOCAL—NATURAL—CUSTOM
—FLAT—POWERFUL
4 Druk op MULTI-CONTROL om de selec-
tie te bepalen.
# De bediening wordt uitgevoerd, ook indien het
menu voortijdig werd geannuleerd.
Equalizercurven aanpassen
U kunt de geselecteerde equalizercurve naar
wens aanpassen. Aangepaste equalizerinstel-
lingen worden opgeslagen in CUSTOM.
Lage, hoge en middentonen aanpassen
U kunt het niveau van de lage, hoge en mid-
dentonen aanpassen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
TONE CTRL te selecteren in het audiofunc-
tiemenu.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de instel-
lingenmodus weer te geven.
3 Selecteer BASS (lage tonen), MID (mid-
dentonen) of TREBLE (hoge tonen) met
MULTI-CONTROL.
4 Draai aan MULTI-CONTROL om het ni-
veau te regelen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +6 en –6. De waarde wordt op het
display getoond.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Gebruik MULTI-CONTROL om
LOUDNESS te selecteren in het audiofunc-
tiemenu.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de instel-
lingenmodus weer te geven.
3 Draai aan MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
LOW (laag)—HIGH (hoog)—OFF (uit)
4 Druk op MULTI-CONTROL om de selec-
tie te bepalen.
# De bediening wordt uitgevoerd, ook indien het
menu voortijdig werd geannuleerd.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie Bronniveauregeling (SLA) kunt
u het volumeniveau van elke signaalbron af-
zonderlijk instellen. Hierdoor kunt u plotse-
linge volumewisselingen voorkomen wanneer
naar een andere signaalbron wordt overge-
schakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SLA in het audiofunctiemenu.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de instel-
lingenmodus weer te geven.
4 Draai aan MULTI-CONTROL om het
bronvolume te regelen.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4.
De waarde wordt op het display getoond.
5 Druk op MULTI-CONTROL om de selec-
tie te bepalen.
# De bediening wordt uitgevoerd, ook indien het
menu voortijdig werd geannuleerd.
Bediening van het toestel
Nl
43
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel