Operation Manual

10 Als de automatische TA en EQ-meting is
voltooid, wordt COMPLETE weergegeven.
Er verschijnt een foutmelding als de meting
niet correct kon worden uitgevoerd. (Raad-
pleeg Foutmeldingen tijdens de automatische
TA en EQ-meting op bladzijde 74.)
11 Druk op BAND/ESC om de automati-
sche TA en EQ-meting te annuleren.
12 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het hand-
schoenenkastje of op een andere veilige
plaats. Als de microfoon langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen hoge
temperaturen vervorming, verkleuring of sto-
ringen veroorzaken.
De luidsprekers instellen
Bij deze instellingen kunt u met/zonder (of
ja/nee) en de luidsprekergrootte (capaciteit
voor lage tonen) instellen, afhankelijk van de
gemonteerde luidsprekers. De grootte moet
worden ingesteld op LRG (groot) als de luid-
spreker geluiden van ongeveer 100 Hz of min-
der kan reproduceren. Selecteer anders SML
(klein).
! Het lagefrequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
luidsprekers voorin en achterin zijn inge-
steld op SML of OFF.
! Niet-geïnstalleerde luidsprekers moeten
worden ingesteld op OFF.
! Stel de luidsprekers voorin of achterin in op
LRG als de luidsprekers lage tonen kunnen
reproduceren of als er geen subwoofer is
geïnstalleerd.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu FRONT (luidsprekerin-
stelling).
Raadpleeg DSP-aanpassingen op bladzijde 57.
2 Druk op c of d en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB.W (subwoofer)PHASE (instelling sub-
woofer)
# U kunt alleen overschakelen naar PHASE als
de subwoofer is ingesteld op ON.
3 Druk op a of b en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
OFF (uit)SML (klein)LRG (groot)
# U kunt niet OFF selecteren als FRONT (voor-
luidsprekers) is ingesteld.
# U kunt ON of OFF selecteren als SUB.W (sub-
woofer) is geselecteerd.
# U kunt REV (tegengestelde fase) of NOR (nor-
male fase) inschakelen als PHASE (instelling sub-
woofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken maar geen verbetering
hoort, of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu FRONT (luidsprekerin-
stelling).
Raadpleeg DSP-aanpassingen op bladzijde 57.
2 Druk op c of d en selecteer SUB.W.
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB.W (subwoofer)PHASE (instelling sub-
woofer)
3 Druk op a om het uitgangssignaal voor
de subwoofer in te schakelen.
4 Druk op d en selecteer PHASE (instel-
ling subwoofer).
Verkrijgbare accessoires
Nl
64
Hoofdstuk
03