Operation Manual

98
14
Aanvullende informatie
Automatische surround, ALC en Directe stroom met verschillende
ingangssignaalindelingen
In de volgende tabellen ziet u wat u te horen krijgt bij verschillende ingangssignaalindelingen, afhankelijk van de
Directe stroom-modus (zie Directe stroom gebruiken op bladzijde 47) die u hebt geselecteerd.
Stereo (2-kanaals) signaalindelingen
Ingangssignaalindeling
Automatische surround / ALC
/ DIRECT
PURE DIRECT
Surround-achterluidspreker(s): Aangesloten
Dolby Digital-surround
2 Pro Logic IIx MOVIE 2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-surround
Neo:6 CINEMA Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen Stereoweergave Stereoweergave
Analoge bronnen Zie boven ANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen Zie boven Stereoweergave
DVD-A-bronnen Zie boven Zie boven
SACD-bronnen Zie boven Zie boven
Surround-achterluidspreker(s): Niet aangesloten
Dolby Digital-surround
2 Pro Logic II MOVIE 2 Pro Logic II MOVIE
DTS-surround
Neo:6 CINEMA Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen Stereoweergave Stereoweergave
Analoge bronnen Zie boven ANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen Zie boven Stereoweergave
DVD-A-bronnen Zie boven Zie boven
SACD-bronnen Zie boven Zie boven
Multikanaals signaalindelingen
Ingangssignaalindeling Automatische surround / ALC PURE DIRECT / DIRECT
Surround-achterluidspreker(s): Aangesloten
Dolby Digital EX (6.1-kanaals markering)
Dolby TrueHD EX (6.1-kanaals markering)
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx MOVIE
<a>
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx MOVIE
<a>
DTS-HD Master Audio ES (6.1-kanaals markering) DTS-ES (Matrix) DTS-ES (Matrix)
DTS-ES (6.1-kanaals bronnen/6.1-kanaals mar-
kering)
DTS-ES (Matrix/Discrete) DTS-ES (Matrix/Discrete)
DTS-bronnen (5.1-kanaals codering) Rechtstreekse decodering Rechtstreekse decodering
DTS-HD bronnen Zie boven Zie boven
Overige 5.1/6.1/7.1-kanaals bronnen Zie boven Zie boven
Surround-achterluidspreker(s): Niet aangesloten
DVD-A bronnen/Meerkanaals PCM Rechtstreekse decodering Rechtstreekse decodering
SACD-bronnen (5.1-kanaals codering) Zie boven Zie boven
Overige 5.1/6.1/7.1-kanaals bronnen Zie boven Zie boven
a Niet beschikbaar wanneer maar één surround-achterluidspreker is aangesloten.
Gids voor de luidsprekerinstellingen
Voor de meest doeltreffende surround-effecten is het belangrijk om de plaats voor uw luidsprekers zorgvuldig te
kiezen en hun geluidssterkte en klank identiek in te stellen zodat ze alle meerkanaalsgeluiden in optimale samen-
werking kunnen weergeven.
De drie voornaamste aspecten bij de luidsprekeropstelling zijn afstand, onderlinge hoek en oriëntering (de
richting waarin de luidsprekers wijzen).
Afstand: Alle luidsprekers moeten op gelijke afstand staan.
Onderlinge hoek: De oriëntering moet horizontaal symmetrisch zijn.
Oriëntering: De oriëntering moet horizontaal symmetrisch zijn.
In de meeste huiskamers is het echter niet goed mogelijk om dit te bereiken. Voor de afstand biedt deze receiver
de mogelijkheid om automatisch de luidsprekerafstand elektronisch te corrigeren tot op 1 cm nauwkeurig met de
Full Automatic MCACC-instelfunctie (bladzijde 33).
Stap 1: Luidsprekeropstelling en afstandsinstelling
Gebruik luidsprekerstandaards om te zorgen dat de luidsprekers stevig staan opgesteld en laat een ruimte van
tenminste 10 cm open tot de dichtstbijzijnde wand. Stel de luidsprekers zorgvuldig zo op dat de linker en rechter
luidspreker een gelijke hoek maken met uw luisterplaats (het middelpunt voor de fijnregeling). (Wij raden u aan
om ook snoeren e.d. te gebruiken bij het kiezen van de opstelling.) In principe moeten alle luidsprekers op precies
gelijke afstand van uw luisterplaats staan.
Opmerking
! Als de luidsprekers niet allemaal op gelijke afstand geplaatst kunnen worden (m.a.w. in een cirkel), gebruikt u
dan de luidsprekerafstandscorrectie en de functie Fine Speaker Distance van de Automatic MCACC-instelling
om de afstanden op elektronische wijze gelijk te schakelen.
Stap 2: Instellen van de luidsprekerhoogte
Verstel de hoogte (en hellingshoek) van de verschillende luidsprekers.
Stel de voorluidsprekers die de midden- en hoge frequenties weergeven zo goed mogelijk op oorhoogte in.
Als de middenluidspreker niet op dezelfde hoogte geplaats kan worden als de voorluidsprekers, stelt u dan in elk
geval de hellingshoek zo in dat de luidspreker op uw luisterplaats gericht is.
Stel surround-luidspreker 1 zo op dat die niet lager is dan uw oren op de luisterplaats.
Stap 3: Oriëntering van de luidsprekers
Als de linker en rechter luidsprekers niet op hetzelfde punt gericht staan, zal de klank van links en rechts ver-
schillend zijn, hetgeen resulteert in een klankbeeld dat niet doorkomt zoals bedoeld. Als echter de luidsprekers
allemaal recht op uw luisterplaats gericht zijn, zal het klankbeeld erg benauwd lijken. In proeven door de Pioneer
Multi-channel Research Group is gebleken dat een duidelijk gedefinieerd klankbeeld kan worden bereikt door de
luidsprekers allemaal te richten op een gebied van 30 cm tot 80 cm achter uw luisterplaats (dus tussen uw luis-
terplaats en de achterste surroundluidsprekers).
De algemene indruk van het klankbeeld zal in de praktijk echter ook afhangen van de eigenschappen van uw
kamer en van de luidsprekers die u gebruikt. Vooral in een kleinere luisterruimte (met de voorluidsprekers dichter
bij de luisterplaats) zullen bij de genoemde methode de luisprekers te sterk naar binnen gericht staan. Wij raden
u aan dit installatievoorbeeld te gebruiken als richtlijn bij het uitproberen van verschillende opstellingen.
Stap 4: Opstellen en afregelen van de lagetonenluidspreker
Opstellen van de subwoofer tussen de midden- en voorluidsprekers laat ook muziek zeer natuurgetrouw klinken
(als u een enkele subwoofer gebruikt, maakt het niet uit of u die links of rechts plaatst). De lage bastonen van