Operation Manual

Zie de gebruiksaanwijzing van de training
computer voor instructies over de wijze waarop
gegevens van snelheid en afstandop uw training
computer worden weergegeven.
De Polar G1 sensor dragen
1. Druk de klem open (afbeelding 2).
2. Leid de armband losjes door de lussen van
de klem en zet hem vast (afbeelding 3). U
kunt de sensor aan een riem bevestigen of,
zonder de armband, bovenop een rugzak.
3. Plaats de armband rond uw bovenarm en
zet hem vast (afbeelding 4). Breng de
sensor en de Polar polsunit op dezelfde arm
aan. Zorg ervoor dat u het POLAR-logo
rechtop staat.
De Polar G1 sensor in- en uitschakelen
Ga naar buiten en ga op enige afstand van hoge
gebouwen en bomen staan voor de beste
ontvangst van satellietsignalen. Druk kort op de
knop om de sensor in te schakelen. Een
knipperende batterij-indicator (afbeelding 5 b)
laat de vermogensstand zien (laag of vol).
Daarna gaat een rood indicatorlampje knipperen
terwijl de sensor op zoek is naar
satellietsignalen (afbeelding 5 a). Als u tijdens
het zoeken de sensor niet beweegt, kan deze de
signalen sneller vinden. Zodra de signalen
gevonden zijn en de locatie vastgesteld is, gaat
een groen lampje knipperen. Uw Polar G1
sensor is nu gereed voor actie.
Om de sensor uit te schakelen houdt u de knop
1 seconde ingedrukt. De sensor wordt
automatisch uitgeschakeld als deze geen
satellietsignalen kan vinden of de locatie 15
minuten lang niet verandert.
NEDERLANDS
2