Operation Manual

BEDIENING
Nederlands - 15
De onderdraadspanning is reeds door de fabrikant voor algemene naaiwerkzaam-
heden ingesteld en hoeft daarom zelden te worden geregeld.
Wanneer echter door de correctie de bovendraadspanning niet kan worden inge-
steld, zodat de boven- en onderdraad tussen twee lagen met een lus in elkaar gri-
jpen, b.v. bij zeer dikke of zeer lichte stoffen, kan ook de onderdraad worden gere-
geld.
1. Trek de netstekker uit de stekkerdoos.
2. Haal de spoelhuls uit het spoelhuis (zie pagina 9).
3. Om de draadspanning te vermeerderen
draait u aan de schroef op de huls zoals de
afbeelding laat zien.
4. Om de draadspanning te verminderen
draait u in de tegengestelde richting.
5. De juiste draadspanning controleert u door
het uiteinde van de draad te nemen en de spoelhuls vrij te laten vallen. Wanneer
de huls 3-4 cm valt, is de spanning correct.
Steeklengte kiezen
Het is mogelijk voor verschillende stoffen en steeksoorten verschillende steekleng-
ten te kiezen.
De steeklengte wordt met behulp van de stee-
klengteregelknop (20) ingesteld. Het cijfer op
de regelknop geeft bij benadering de steek-
lengte in mm weer.
OPMERKING: om goede zigzagsteken te krijgen dient de bovendraadspan-
ning een beetje lichter te worden afgesteld dan voor normale naaiwerkzaam-
heden. De bovendraad moet net aan de achterkant van de stof verschijnen.
Naehmasch.book Seite 15 Freitag, 25. April 2003 9:55 09