Operation Manual

10
23
Deksel van
de Batterij
7
7. Het Bedieningspaneel (23) werkt met vier
AA-batterijen (niet afgebeeld); alkalinebatte-
rijen worden aanbevolen. Gebruik geen oude
en nieuwe batterijen of alkaline, standaard en
oplaadbare batterijen samen. BELANGRIJK:
Als het Bedieningspaneel aan koude tempe-
raturen is blootgesteld geweest, laat deze
dan eerst op kamertemperatuur komen voor-
dat u er batterijen insteekt. Anders kunt u de
displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische onderdelen beschadigen.
Verwijder het batterijdeksel van de achterkant
van het Bedieningspaneel (23), en steek de bat-
terijen in het batterijvakje. Richt de batterijen
zoals wordt aangegeven met de markeringen
aan de binnenkant van het batterijvak. Maak
dan de batterijklep opnieuw vast.
8. Maak de binddraden op de Draadkoker (73) en
de Draad voor de Hartslagsensoren (84) los en
gooi ze weg.
Sluit, terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (23) bij de Staander (2)
vasthoudt, de draden van het bedieningspaneel
aan op de Draadkoker (73) en de Draad voor de
Hartslagsensoren (84).
8
2
23
73, 84