User manual

55
p
ro
g
ress
eventuele metalen haakjes te
verwijderen. Als de verpakking om
voedsel in de diepvriezer te
bewaren ook voor opwarmen en
bereiden kan dienen, verwijder dan
alleen het deksel. Leg in de overige
gevallen het voedsel in schalen die
geschikt zijn voor magnetronovens.
12. Gooi het vocht, voornamelijk dat van
gevogelte, na het ontdooien weg en
laat het in geen geval in aanraking
komen met het overige voedsel.
13. Let erop dat bij het automatische
ontdooien er een doorwarmtijd
nodig is tot het voedsel volledig is
ontdooid.
9. KOKEN MET DE MAGNETRON
Opgelet! Lees aandachtig het
hoofdstuk “Veiligheidsinstructies”
alvorens met de magnetron te koken.
Volg de volgende aanwijzingen bij het
koken met de magnetron:
1. Vóór het opwarmen of bereiden van
voedsel met schil of vel
(bijvoorbeeld appels, tomaten,
aardappelen, worsten) prik de schil
of het vel door zodat het niet uit
elkaar kan spatten. Maak een
inkeping in het voedsel alvorens met
de bereiding te beginnen.
2. Alvorens een schaal of pot te
gebruiken, controleer of die geschikt
is voor de magnetron (zie hoofdstuk
over het soort serviesgoed).
3. Bij het bereiden van voedsel met
weinig vocht (bijv. brood ontdooien,
popcorn maken, enz.) treedt er een
snelle verdamping op. Op die
manier werkt de oven alsof hij leeg
is en kan het voedsel verkolen. Dit
kan de oven en het serviesgoed
beschadigen. Stel daarom alleen de
nodige tijd in en blijf in de buurt.
4. Het is niet mogelijk grote
hoeveelheden olie (frituren) in de
magnetronoven op te warmen.
5. Haal kant-en-klare maaltijden uit
hun verpakking, aangezien die niet
altijd hittebestendig zijn. Volg de
door de fabrikant opgegeven
instructies.
6. Als er meerdere stukken
serviesgoed zijn, zoals bijvoorbeeld
kopjes thee, verdeel die dan
gelijkmatig over het hele
draaiplateau.
7. Sluit plastic zakken niet met metalen
knijpers maar met plastic knijpers.
Prik de zak verschillende keren door
zodat stoom makkelijk kan
ontsnappen.
8. Als u voedsel kookt of opwarmt,
controleer of die een
minimumtemperatuur van 70°C
bereiken.
9. Tijdens het kookproces kan er
waterdamp ontstaan op het glas van
de deur dat eventueel kan beginnen
druppen. Dit is een normaal
verschijnsel dat zich zeker zal
voordoen als de
omgevingstemperatuur laag is. De
veiligheid van de oven wordt
daardoor niet beïnvloed. Veeg na de
bereiding het condensatiewater
weg.
10. Als u vloeistoffen opwarmt gebruik
serviesgoed met een grote opening,
zodat stoom makkelijk kan
ontsnappen.
11. Bereid het voedsel volgens de
aanwijzingen en neem de in de
tabellen aangegeven kooktijden en
vermogensstanden in acht.
12. Denk eraan dat de opgegeven
waarden slechts een aanwijzing zijn
en dus kunnen variëren naargelang
van de begintoestand, de
temperatuur, de vochtigheid en het
soort voedsel. Het is aangeraden de
tijden en vermogensstanden aan
elke situatie aan te passen.
Naargelang van het voedsel kan het
nodig zijn de kooktijd te verlengen of
in te korten of de vermogensstand
te verhogen of verlagen.