Installation Instructions

1.Selecteereenshnder-paginainhetHome-venster.
2.Controleerhetshnder-display.
Wanneerdeshnderactiefis,dientuhetvolgendetezien:
Dieptemeting(geeftaandatdetransducerwerkt).
Dedieptewordtweergegevenineengegevenskader
linksonderophetscherm.
Alshetgegevenskadernietwordtweergegeven,kanhet
wordeningeschakeldvanuithetPresentatie-menu:Menu>
Presentatie>Instellingengegevenskaders.
Kalibratieshnder-transducer
Detransducervanuwshnderdientcorrectgekalibreerdte
wordenomnauwkeurigediepte-uitlezingtekunnengeven.
Hetmultifunctioneledisplayontvangthetbeeldvaneen
sonarmodulediedesonarsignalenvaneeninhetwater
gemonteerdetransducerverwerkt.Alsdetransducerisuitgerust
meteensnelheidsschoepeneentemperatuurgevoelige
thermistor,berekentdesonarmoduledesnelheidende
temperatuur.Voorhetverkrijgenvannauwkeurigeresultaten
kanhetnodigzijndetransducer(s)tekalibrerendoorhet
toepassenvanoffsetsvoordiepte,snelheidentemperatuur.
Aangeziendezeinstellingzijnopgeslagenindesonarmodule
enbetrekkinghebbenopdetransducer,wordenzijophethele
systeemtoegepast.
Dieptecorrectie
Dieptenwordengemetenvanafdetransducernaarde
zeebodem,maarukunteencorrectiewaardetoepassenopde
dieptewaarde,zodatdeweergegevendieptemetingdeafstand
totdezeebodemmeetvanafdekielofdewaterlijn.
Voordatuprobeertdekiel-ofwaterlijncorrectieintestellen
dientuuittevindenhoegrootdeverticaleafstandtussende
transducerendewaterlijnofdeonderkantvandekielvanuw
schipis.Stelvervolgensdejuistecorrectiewaardein.
D9343--2
1 2 3
1Waterlijncorrectie
2
Transducer/geencorrectie
3Kielcorrectie
Wanneerergeencorrectieisingesteldgeeftdedieptemetingde
afstandweervanafdetransducernaardezeebodem.
Dedieptecorrectieinstellen
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
4.SelecteerDieptecorrectie.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
dieptecorrectiewordtweergegeven.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
Desnelheidscorrectieinstellen
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
4.SelecteerSnelheidscorrectie.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
snelheidscorrectiewordtweergegeven.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
Detemperatuurcorrectieinstellen
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
4.SelecteerTemperatuurcorrectie.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
temperatuurcorrectiewordtweergegeven.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
96aSeries/cSeries/eSeriesinstallationinstructions