eS Series Installatievoorschriften Nederlands Data: 05-2015 Document nummer: 87250-1-NL © 2015 Raymarine UK Limited
Mededeling over handelsmerken en octrooien Raymarine, Tacktick, Clear Pulse, Truzoom, HSB, SeaTalk, SeaTalkhs, SeaTalkng, Micronet, Raytech, Gear Up, Marine Shield, Seahawk, Autohelm, Automagic en Visionality zijn geregistreerde of geclaimde handelsmerken van Raymarine België. FLIR, DownVision, SideVision, Dragonfly, Instalert, Infrared Everywhere en The World’s Sixth Sense zijn geregistreerde of geclaimde handelsmerken van FLIR Systems, Inc.
Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie ..................... 7 Gecertificeerde installatie ............................................. 7 4.10 Radarnetwerkverbinding ..................................... 39 4.11 GA150-aansluiting .............................................. 41 TFT-displays ............................................................... 8 4.12 GNSS/GPS-aansluiting....................................... 41 Binnendringen van water.............................................. 8 4.
8.1 Service en onderhoud .......................................... 90 12.5 Typen netwerkkabelconnectoren ...................... 125 8.2 Reinigen van het product ..................................... 90 12.6 RayNet naar RayNet-kabels en -connectoren ........................................................... 127 Hoofdstuk 9 Probleemoplossing ....................... 91 12.7 Typen netwerkkabels........................................ 128 12.8 SeaTalkng-kabelcomponenten ........................... 128 9.
Hoofdstuk 1: Belangrijke informatie Gecertificeerde installatie Raymarine beveelt een gecertificeerde installatie aan door een door Raymarine goedgekeurde installateur. Gecertificeerde installatie geeft het recht op uitgebreide productgarantievoordelen. Raadpleeg voor verdere informatie uw Raymarine-dealer en raadpleeg de aparte garantiekaart die bij uw product ingesloten is.
Let op: Zekering energievoorziening Zorg bij de installatie van dit product dat de voedingsbron afdoende gezekerd is door middel van een zekering of automatische stroomonderbreker met het geschikte vermogen. Let op: Onderhoud van cartografieen geheugenkaarten Om onherstelbare schade aan en/of verlies van gegevens van de cartografie- en geheugenkaarten te voorkomen: • Sla GEEN gegevens of bestanden op naar een kaart die cartografiebestanden bevat, omdat deze kunnen worden overschreven.
FCC Interferentieverklaring (Deel 15.105 (b)) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat klasse B, conform deel 15 van de FCC-richtlijnen. Deze normen zijn vastgesteld om een redelijke mate van bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij installatie in woningen. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequenties en kan deze uitstralen en kan, wanneer het niet is geïnstalleerd overeenkomstig de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken.
IMO en SOLAS De apparatuur die in dit document beschreven wordt, is bedoeld voor recreatieve maritieme- en werkvaartuigen welke niet vallen onder de International Maritime Organization (IMO) en Safety of Life at Sea (SOLAS) Carriage regelgeving. Technische nauwkeurigheid De informatie in dit document was bij het ter perse gaan naar ons beste weten correct. Raymarine is echter niet aansprakelijk voor eventuele onnauwkeurigheden of omissies.
Hoofdstuk 2: Document- en productinformatie Inhoudsopgave • 2.1 Documentinformatie op pagina 12 • 2.2 Van toepassing zijnde producten op pagina 12 • 2.3 Productdocumentatie op pagina 13 • 2.4 Documentafbeeldingen op pagina 13 • 2.
2.1 Documentinformatie 2.2 Van toepassing zijnde producten Deze handleiding bevat belangrijke informatie met betrekking tot de installatie van uw Raymarine-product.
2.3 Productdocumentatie 2.4 Documentafbeeldingen De volgende documentatie is van toepassing op uw product: Producten kunnen enigszins afwijken van de afbeeldingen in dit document, afhankelijk van het productmodel en de productiedatum. Alle documenten kunnen als PDF worden gedownload via www.raymarine.nl De hieronder getoonde illustratie wordt in dit hele document gebruikt voor MFD's met LightHouseTM. Tenzij anders vermeld, is dit van toepassing op alle modellen multifunctionele displays.
2.5 Productoverzicht - eS Series Uw multifunctionele display beschikt over de onderstaande functies. D13274-1 • LCD met MultiTouch • Raymarine HybridTouch-bediening • NMEA 0183 • NMEA 2000 via SeaTalkng • Bluetooth • WiFi • Interne GNSS-ontvanger (GPS/GLONASS) • Composietvideo-ingang • HDMI-video-ingang (niet beschikbaar op eS7x-displays.) • GA150 GNSS-ontvangstantenne (niet beschikbaar op eS7x-displays.
Hoofdstuk 3: De installatie plannen Inhoudsopgave • 3.1 Systeemintegratie op pagina 16 • 3.2 Installatiechecklist op pagina 21 • 3.3 Overzicht Multipele gegevensbronnen (MDS) op pagina 21 • 3.4 Het type van uw display vaststellen op pagina 22 • 3.5 Beperkingen voor netwerken op pagina 22 • 3.6 Protocollen op pagina 23 • 3.7 Datamaster op pagina 24 • 3.8 Meegeleverde onderdelen — eS7x-displays op pagina 25 • 3.9 Meegeleverde onderdelen — eS9x- en eS12x-displays op pagina 25 • 3.
3.1 Systeemintegratie Raymarine® multifunctionele displays (MFD's) zijn compatibel met een groot aantal maritieme elektronica-apparaten. 1 2 3 5 4 Display True/App VMG 7 6 8 0 Tack 0 9 000 0 AUDIO 0 ANTENNA 0 17 00 0 NETWORK 10 11 18 12 13 19 INTCM 15 14 16 21 20 22 P OWER 0 23 24 D13330-1 MFD's gebruiken verschillende protocollen voor het verzenden van gegevens tussen de apparaten in uw systeem.
Nummer 4 Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen GNSS-ontvanger (extern) — Raymarine® 1 Iedere combinatie van de onderstaande componenten: SeaTalk, SeaTalkng®, of NMEA 0183 • RS130 GPS • Raystar125 GPS • Raystar125+GPS (via optionele SeaTalk naar SeaTalkng®-converter) 5 Instrumenten — Raymarine® Bepaald door de busbandbreedte en de voedingsbelasting van SeaTalkng®.
Nummer Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 10 Analoge video/camera a6x / a7x = 0 a9x / a12x / e7 / e7D = 1 c Series = 1 e9x / e12x / e165 = 2 eS Series = 1 gS Series = 2 Composite PAL- of NTSC-videobron BNC-connectoren 10 IP-camera Meerdere • CAM200IP Via SeaTalkhs-netwerk Opmerking: Hoewel ONVIF-compatibele IP-camera's wel kunnen werken, kan Raymarine® de compatibiliteit hiervan niet garanderen.
Nummer 16 Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen DSC-marifoon — Raymarine® 1 SeaTalkng®: NMEA 0183 of SeaTalkng® • Ray50 • Ray60 • Ray70 • Ray260 • Ray260 AIS NMEA 0183: • Ray50 • Ray60 • Ray70 • Ray49 • Ray55 • Ray218 • Ray240 17 Raymarine® Sirius maritieme weer/satellietradio-ontvanger (alleen Noord-Amerika) 1 SeaTalkhs: SeaTalkhs, SeaTalkng® • SR150 • SR100 • SR6 SeaTalkng®: • SR50 18 Extra multifunctionele display('s) — Raymarine® 9 3de generatie Raymarine® multi
Nummer 20 Apparaattype Radar — Raymarine® Maximum aantal 2 Geschikte apparaten Raymarine® Alle Non-HD digitale Radomes en HD- of SuperHD-radarscanners. Verbindingen SeaTalkhs Opmerking: Zorgt u ervoor dat uw radarscanner de meest recente softwareversie heeft.
3.2 Installatiechecklist Installatie omvat de volgende werkzaamheden: Installatietaak 1 Plan uw aanpak 2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen 3 Zet alle apparatuur op hun toekomstige plaats 4 Leg alle kabels uit. 5 Boor kabel- en montagegaten. 6 Maak alle aansluitingen op de apparatuur. 7 Zet alle apparatuur vast op zijn plaats. 8 Zet het systeem aan en test het. 3.
3.4 Het type van uw display vaststellen 3.5 Beperkingen voor netwerken Om te bepalen welk model uw display is volgt u de onderstaande stappen: Er kunnen tot 10 MFD's met LightHouse met elkaar worden verbonden met behulp van SeaTalkhs. Aanbevolen wordt ervoor te zorgen dat alle via het netwerk aangesloten displays dezelfde softwareversie hebben. Softwareversies • Alle via een netwerk aangesloten a Series-, c Series- en e Series-displays dienen te beschikken over LightHouse softwareversie V4.32 of hoger.
Productafbeelding 3.6 Protocollen Multifunctioneel display Generatie G Series 2de generatie E Series breedbeeld 2de generatie Uw Breedbeeld Multifunctionele Display kan worden aangesloten op diverse instrumenten en displays om informatie te delen en zo de functionaliteit van het systeem te vergroten. Deze aansluitingen kunnen met een aantal verschillende protocollen gemaakt worden.
NMEA 0183 3.7 Datamaster De NMEA 0183-norm voor gegevensinterfaces is ontwikkeld door de National Marine Electronics Association of America. Het is een internationale norm waarmee apparaten van verschillende fabrikanten met elkaar kunnen worden verbonden en informatie kunnen delen. Ieder systeem met meer dan één via een netwerk aangesloten multifunctioneel display moet een datamaster toegewezen hebben gekregen. De NMEA 0183-norm draagt vergelijkbare informatie over naar SeaTalk.
3.8 Meegeleverde onderdelen — eS7x-displays 1 2 4 5 6 3.
3.10 Benodigd gereedschap voor de installatie 3.11 Een locatie selecteren Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks). 1 2 Algemene vereisten voor plaatsing Bij het kiezen van een plaats voor uw product dient u een aantal factoren in overweging te nemen.
1 2 6 250 (9.8 mm 4 in ) mm 700.5 in) 7 2 ( 200 (7.8 mm 7 in ) mm 500.7 in) 9 1 ( 1. Deze plaats levert de beste GPS-prestaties (bovendeks). 2. Op deze plaats kunnen de GPS-prestaties minder zijn. 3. Deze plaats wordt NIET aanbevolen voor GPS-antennes. Scheepsconstructie De constructie van uw schip kan van invloed zijn op de GPS-prestaties.
0000 Kijkhoeken - eS Series 00000 0000 00000 B C 0000 A 00000 0000 00000 D 0000 0000 D13338-1 eS7x eS9x eS12x A 70° 80° 80° B 70° 80° 80° C 60° 80° 80° D 70° 80° 80° Opmerking: De genoemde kijkhoeken zijn vastgesteld op basis van internationaal erkende normen en dienen alleen te worden gebruikt ter vergelijking. Installeer het product NIET voordat u de zichtbaarheid ervan op de gewenste plaats hebt getest.
Hoofdstuk 4: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 4.1 Algemene kabelleiding op pagina 30 • 4.2 Overzicht aansluitingen op pagina 31 • 4.3 3–pins voedingsaansluiting op pagina 32 • 4.4 Voedings- en gegevensaansluiting (gecombineerd) op pagina 32 • 4.5 SeaTalkng®-verbindingen op pagina 34 • 4.6 NMEA 2000-aansluiting op pagina 35 • 4.7 SeaTalk-verbinding op pagina 35 • 4.8 NMEA 0183-aansluiting — voedings-/NMEA-/videokabel op pagina 36 • 4.
4.1 Algemene kabelleiding Trekontlasting Ontstoringsferrieten Zorg voor een goede trekontlasting. Bescherm connectoren tegen trekbelasting en zorg dat deze tijdens extreme omstandigheden niet losgetrokken kunnen worden. • Raymarine-kabels kunnen zijn voorzien van of geleverd zijn met ontstoringsferrieten. Deze zijn belangrijk voor correcte EMC-werking. Als ferrieten los van de kabels zijn meegeleverd (d.w.z.
4.2 Overzicht aansluitingen Informatie over de aansluitingen die beschikbaar zijn op Raymarine multifunctionele displays wordt hieronder gegeven.
4.3 3–pins voedingsaansluiting De informatie hieronder is van toepassing op MFD's met een 3–pins voedingskabel. Raadpleeg het hoofdstuk Overzicht aansluitingen om te bepalen hoe u de voeding moet aansluiten op uw MFD. 4.4 Voedings- en gegevensaansluiting (gecombineerd) De informatie hieronder is van toepassing op MFD's met een gecombineerde voedings-/NMEA/videokabel. Raadpleeg het hoofdstuk Overzicht aansluitingen om te bepalen hoe u de voeding dient aan te sluiten op uw MFD.
• Zie hieronder voor meer informatie over de implementatie van de meest voorkomende scenario's voor voedingsdistributie. Belangrijk: Bij de planning en het aanleggen van de kabels dient u rekening te houden met andere producten in uw systeem, waarvan enkele (bijv. sonarmodules) hogere stroompieken kunnen vragen van het elektrische systeem van uw schip. Opmerking: De onderstaande informatie is alleen bedoeld als richtlijn om u te helpen uw product te beschermen.
zonder een RF-aardingssysteem dient de afgeschermde (afvoer-) draad direct te worden aangesloten op de negatieve accupool. Het gelijkspanningssysteem dient één van de volgende te zijn: • Negatief geaard, met de negatieve accupool aangesloten op de massa van het schip. • Bufferaarde, waarbij geen van beide accupolen zijn verbonden met de massa van het schip.
4.6 NMEA 2000-aansluiting 4.7 SeaTalk-verbinding Het display kan gegevens ontvangen van NMEA 2000-apparaten (bijv. gegevens van compatibele motoren). De NMEA 2000-aansluiting wordt verbonden met behulp van SeaTalkng® en de juiste adapterkabels. U kunt SeaTalk-apparaten op uw MFD met behulp van de optionele SeaTalk naar SeaTalkng®-converter aansluiten.
4.8 NMEA 0183-aansluiting — voedings-/NMEA-/videokabel Nummer NMEA 0183-apparaten kunnen direct worden aangesloten op MFD's met een gecombineerde voedings-/NMEA-/videokabel. Raadpleeg het hoofdstuk Overzicht aansluitingen om te bepalen hoe u uw NMEA 0183-aansluiting gebruikt voor uw MFD.
Nummer Apparaat Kabelkleur Poort Multifunctioneel display Wit 1 Invoer Plus Groen 1 Invoer Min Externe sonarmodules kunnen direct worden aangesloten op de netwerkverbinding van het display, of worden verbonden met het SeaTalkhs-netwerk via een Raymarine®netwerkswitch. 3 Geel 1 Uitvoer Plus Er zijn 2 verbindingen vereist: 4 Bruin 1 Uitvoer Min • Netwerkverbinding — stuurt de sonargegevens naar een compatibel Raymarine®- MFD.
Transduceraansluiting – aansluiting op MFD met interne 600 W sonar via optionele adapterkabel Er is een optionele adapterkabel beschikbaar waarmee externe sonarmoduletransducers kunnen worden aangesloten op MFD's met interne 600 W sonar. 1 Multifunctionele displays met sonar Modellen met 600 W sonar CHIRP DownVisionTM-modellen a67 a68 a77 a78 a97 a98 a127 a128 c97 eS78 c127 eS98 e7D eS128 e97 2 3 e127 eS77 D12257-2 eS97 1. Model met 600 W sonar MFD eS127 2. Adapterkabel (E66066) 3.
4.10 Radarnetwerkverbinding 2. MFD Radarunits worden normaal gesproken op het SeaTalkhs-netwerk aangesloten via een Raymarine®-netwerkswitch. Op kleinere systemen kan de radar direct worden verbonden met de netwerkaansluiting van het display. 3. Netwerkverbinding met MFD (RayNet-radarkabel) 4. Voedingsaansluiting Opmerking: Voor Open Array-scanners is een VCM vereist.
1 2 3 4 D12254-1 1. Radarverlengkabel. 2. Digitale radarkabel voor voeding en gegevens. 3. Raymarine®-netwerkswitch (of crossover-koppeling wanneer de radar direct op het display wordt aangesloten). 4. RayNet-kabel (of RayNet naar SeaTalkhs-kabel, wanneer aangesloten via een crossover-koppeling) Opmerking: De voedingsaansluiting wordt NIET getoond in het schema. Wanneer u een Open Array-scanner gebruikt dient een VCM (Voltage Converter Module) te worden aangesloten tussen de scanner en de voeding.
4.11 GA150-aansluiting 4.12 GNSS/GPS-aansluiting Als uw MFD een GA150-aansluiting heeft, kan de externe antenne worden aangesloten om de ontvangst van de GNSS-ontvanger (GPS/GLONASS) te verbeteren. Afhankelijk van het model van uw display kan uw multifunctionele display over een interne GNSS- of GPS-ontvanger beschikken. Wanneer nodig kan het multifunctionele display ook worden aangesloten op een externe GNSS/GPS-ontvanger, met behulp van SeaTalkng® of NMEA 0183.
4.14 Verbinding voor snelle koersbepaling 4.13 AIS-verbinding Er kan een compatibele AIS-unit worden aangesloten met behulp van SeaTalkng® of NMEA 0183. Als u MARPA-functies (radarobjectontvangst) wilt gebruiken op uw multifunctionele display hebt u één van de onderstaande nodig: Aansluiten met behulp van SeaTalkng® 1 2 • Een stuurautomaat verbonden met een multifunctioneel display via SeaTalkng of NMEA 0183.
4.15 Netwerkaansluiting van het toetsenbord 4.16 Aansluiting weerontvanger Raymarine® Toetsenborden op afstand van (bijv. de RMK-9) kunnen direct worden aangesloten op de netwerkverbinding van het display, of met het SeaTalkhs-netwerk via een Raymarine®-netwerkswitch. Een Sirius XM-weerontvanger kan direct worden aangesloten op de netwerkverbinding van het display, of worden verbonden met het SeaTalkhs-netwerk, via een Raymarine®-netwerkswitch.
4.17 HDMI-video-uitgang 4.18 Videoaansluiting — composiet Als uw MFD een HDMI-uitgang heeft, kan het scherm van het MFD worden doorgestuurd naar een extern display. Analoge camera's kunnen direct worden aangesloten op MFD's met een composietvideo-ingang. Raadpleeg het hoofdstuk Overzicht aansluitingen om te zien of uw MFD een HDMI-uitgang heeft. Raadpleeg het hoofdstuk Overzicht aansluitingen om te zien of uw MFD een composietvideo-ingang heeft.
4.19 IP-camera-aansluiting Richtlijnen voor IP-camera Raymarine® IP-camera's kunnen direct worden aangesloten op de netwerkverbinding van het display, of worden verbonden met het SeaTalkhs-netwerk, via een Raymarine®-netwerkswitch. Raymarine® MFD's kunnen IP-camera-invoerkanalen weergeven. Hoewel andere IP-camera's mogelijk wel werken adviseert Raymarine® alleen Raymarine®-IP-camera's te gebruiken, zoals de CAM200IP. De netwerkverbinding stuurt het videosignaal naar een compatibele Raymarine®- MFD.
4.20 Aansluiting thermische camera Thermische camera's kunnen direct worden aangesloten op de netwerkverbinding van het display, of worden verbonden met het SeaTalkhs-netwerk, via een Raymarine®-netwerkswitch. 6. RayNet naar RJ45 SeaTalkhs-adapterkabels 7. PoE-injector (Power over Ethernet) (alleen nodig wanneer u de optionele JCU gebruikt) 8. Thermische camera Er zijn 2 verbindingen vereist: 9.
4.21 Fusion-netwerkverbinding 4.22 Fusion NMEA 2000-aansluiting Fusion 700 en 750 Series maritieme entertainmentsystemen kunnen direct worden verbonden met de netwerkaansluiting van het display, of worden aangesloten op het SeaTalkhs-netwerk, via een Raymarine®-netwerkswitch. Het Fusion-entertainmentsysteem kan worden bediend door iedere MFD die op hetzelfde netwerk is aangesloten. Compatibele Fusion NMEA 2000 maritieme entertainmentsystemen kunnen worden verbonden met de SeaTalkng®-backbone.
4.23 Aansluiting mediaspeler U kunt uw MFD gebruiken om een Bluetooth-mediaspeler (zoals een smartphone) te bedienen. De mediaspeler moet compatibel zijn met Bluetooth 2.1+ EDR power class 1.5 (ondersteund profiel: AVRCP 1.0) of hoger. 1 2 4.24 Verbinding Raymarine mobiele app U kunt een compatibele tablet en smartphone gebruiken als draadloos repeater-display of afstandsbediening voor uw multifunctionele display.
4.25 Aansluiting Bluetooth-afstandsbediening U kunt het multifunctionele display draadloos bedienen met behulp van een Raymarine-afstandbediening. De afstandsbediening gebruikt een draadloze Bluetoothverbinding. 1 2 3 7. Houd de OMHOOG- en OMLAAG-knoppen op uw afstandsbediening gedurende 10 seconden tegelijk ingedrukt. 8. Selecteer de afstandsbediening in de lijst met apparaten. 9. Druk wanneer daarom wordt gevraagd op de pijlknop op uw afstandsbediening die u wilt configureren als de OMHOOG-knop.
Functies van de afstandsbediening Buttons Arrow buttons Shortcut button Range or Pair Select D12051-3 Knop Kaart Standaard functies: Bereik / zoom Toepassing waarin de functie beschikbaar is: Radar Fishfinder Weer Home-venster • Druk op de pijlen OMHOOG of OMLAAG voor directe respons. • Houd de pijlen OMHOOG en OMLAAG ingedrukt voor continue respons.
De RCU opnieuw aansluiten 1. Wanneer u de RCU-3 koppelt met een multifunctioneel display wordt een draadloze verbinding gemaakt. D13326-1 2. Wanneer u het multifunctionele display uitzet verliest u de verbinding met de RCU-3 na 10 minuten. 60 5 55 10 50 15 45 40 Minutes 20 35 30 25 = > 10 Minutes D13327-1 3. Om de verbinding tussen de 2 units te herstellen houdt u een knop op de RCU-3 minimaal 3 seconden ingedrukt.
eS Series installation instructions
Hoofdstuk 5: Montage Inhoudsopgave • 5.1 Paneelmontage op pagina 54 • 5.2 Montage van de beugel (flens) op pagina 55 • 5.
5.1 Paneelmontage 11. Bevestig de schroefafdekranden door ze vanaf de beide zijden van het display te schuiven. Het display kan in een paneel worden gemonteerd. Voordat u de unit monteert dient u ervoor te zorgen dat: • U een geschikte plaats kiest. • U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabels moeten worden gelegd hebt vastgesteld. • U de Menu/Home-knoppen hebt verwijderd. • De schroefafdekranden aan de voorkant hebt verwijderd.
5.2 Montage van de beugel (flens) De schroefkapjes verwijderen Het display kan worden gemonteerd op een flensbeugel. Voordat u de unit monteert dient u ervoor te zorgen dat: • U een geschikte plaats kiest. • U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabels moeten worden gelegd hebt vastgesteld. • Bevestig de schroefafdekranden. D13279-2 1. Doe de punt van een smalle platte schroevendraaier voorzichtig in de uitsparingen rond de rand van de schroefkapjes. 2.
5.3 Montageset voor vlakke achterinbouw eS Series-displays kunnen vanaf de achterkant van het montageoppervlak vlak worden ingebouwd. Instructies voor het vlak inbouwen van het display vanaf de achterkant van het montageoppervlak worden met de set meegeleverd.
Hoofdstuk 6: Beginnen Inhoudsopgave • 6.1 De unit in- en uitschakelen op pagina 58 • 6.2 Bediening eS Series op pagina 59 • 6.3 Basisbediening touchscreen op pagina 60 • 6.4 Multi-Touch-gebaren op pagina 60 • 6.5 Touch-pictogrammen op pagina 61 • 6.6 Overzicht Home-venster — HybridTouch-displays en displays zonder touchscreen op pagina 61 • 6.7 Pagina's op pagina 63 • 6.8 Toepassingen op pagina 65 • 6.9 Regelaars voor gesplitst scherm op pagina 66 • 6.
6.1 De unit in- en uitschakelen De helderheid van het display aanpassen Het display inschakelen 1. Druk op de AAN/UIT-knop op het display. 2. Selecteer Accepteren om de disclaimer te accepteren. De unit uitschakelen 1. Druk de Aan/Uit-knop in en houd hem ongeveer 6 seconden ingedrukt. Op displays wordt een afteltimer weergegeven van 3 seconden. Om het uitschakelen van de unit te annuleren, laat u de knop los voordat de unit uitschakelt.
6.2 Bediening eS Series UniController eS Series 2 1 3 1 4 5 6 7 8 2 11 10 9 D13286-1 Omschrijving Functies 1 Touchscreen U kunt het scherm aanraken om de meest voorkomende functies te bedienen, waaronder alle menufuncties. 2 Home Druk hierop om naar het Home-venster terug te keren 3 Menu Geeft toegang tot menu's. Druk opnieuw om de menu's te sluiten. 4 UniControl Voor bediening met draaiknop en joystick.
6.3 Basisbediening touchscreen Plaatsen en verplaatsen van de cursor met behulp van het touchscreen Om de cursor te plaatsen of te verplaatsen op een multifunctioneel display met touchscreen volgt u de onderstaande stappen. 1. Raak het scherm op een willekeurig plek aan om de cursor daar te plaatsen. Touchscreen-vergrendeling Op een multifunctioneel display met HybridTouch kunt u het touchscreen vergrendelen om onbedoelde handelingen te voorkomen. 6.
6.5 Touch-pictogrammen Multifunctionele displays met touchscreen kunnen de pictogrammen TERUG en AFSLUITEN gebruiken om te schakelen tussen de verschillende menuniveaus die beschikbaar zijn in iedere toepassing. Terug — ga één niveau terug (hetzelfde effect als de TERUG-knop). Sluiten — sluit alle open menu's (heeft hetzelfde effect als de MENU-knop). De cursor gebruiken De cursor wordt gebruikt om op het scherm te bewegen. 6.
Het home-venster openen Het home-venster kan vanuit iedere toepassing worden geopend. Om het home-venster te openen volgt u de onderstaande stappen: 1. Druk op de Home-knop. Statussymbolen radarscanner De modus van de voedingsmodus van de radarscanner wordt weergegeven in de statusbalk. Symbool Opmerking: De e7 en e7D hebben een gecombineerde Menu- en Home-knop, om het home-venster te openen houdt u de Menu/Home-knop 3 seconden ingedrukt.
6.7 Pagina's Statussymbolen voor sonar De status van de sonarmodule wordt aangegeven in de databalk. Symbool Omschrijving Bewegend symbool: de sonarmodule is aangesloten en zendt uit. Stilstaand symbool: de sonarmodule is aangesloten maar zendt niet uit. Grijs symbool: de sonarmodule is niet aangesloten of wordt niet gedetecteerd. GPS-statussymbolen De status van de GPS-ontvanger wordt aangegeven in de databalk.
5. Selecteer het pictogram van de pagina die u wilt weergeven wanneer het display wordt ingeschakeld. De instelling voor de startpagina is van toepassing op iedere afzonderlijke display en wordt niet automatisch gedeeld op via het netwerk aangesloten displays. Een bestaande pagina op het Home-venster wijzigen Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent: 1. Selecteer Aanpassen. 2. Selecteer Home-venster. 3. Selecteer Pagina bewerken. 4. Selecteer het paginapictogram dat u wilt wijzigen.
6.8 Toepassingen Kaart-toepassing — geeft een grafische 2D- of 3D-weergave van uw kaarten om u te helpen bij het navigeren. Met de waypoint-, route- en track-functies kunt u naar een specifieke locatie navigeren, routes maken of vastleggen waar u bent geweest. Cartografiemodules bieden meer details en 3D-weergave. Fishfinder-toepassing — met een transducer en een multifunctioneel sonar-display of een compatibele sonarmodule kunt u de fishfinder-toepassing gebruiken.
6.9 Regelaars voor gesplitst scherm Wanneer u een pagina bekijkt waarop meer dan 1 toepassing wordt weergegeven kunt u de toepassingen schakelen tussen weergave op gesplitst scherm en weergave op volledig scherm. Voorbeeld 1 — pagina gesplitst scherm 3. Gebruik de regelaars Bereik inzoomen of Bereik uitzoomen om de actieve toepassingen te schakelen tussen gesplitst scherm en volledig scherm.
6.10 Overzicht scherm 1 Schermitem 2 3 1 Terug — op displays met een touchscreen kunt u op het scherm op het <<-pictogram (terug) drukken om naar het voorgaande menu terug te keren. Op displays zonder touchscreen of HybridTouch-displays gebruikt u de Terug-knop. 2 Sluiten — op displays met een touchscreen kunt u op het scherm op het X-pictogram (sluiten) drukken om naar het voorgaande menu terug te keren.
Schermitem Omschrijving 4 Sluiten Wanneer u een tekstveld selecteert verschijnt een schermtoetsenbord, dat kan worden gebruikt om de gegevens te bewerken. • Displays met een touchscreen — selecteer het Sluiten-pictogram op het scherm om het dialoogvenster te sluiten. Informatie in dialoogvensters bewerken Doe het volgende met het dialoogvenster op het scherm: 1. Selecteer het veld dat u wilt bewerken.
1. Selecteer het numerieke gegevensveld dat u wilt bewerken. De numerieke regelaar wordt weergegeven. 2. Stel de instelling in op de gewenste waarde met behulp van: i. De Draaiknop — displays zonder touchscreen of HybridTouch-displays, of ii. De pijlen omhoog en omlaag op het scherm — displays met touchscreen. 3. Doe het volgende om het numerieke schermtoetsenbord te openen: Schermitem Omschrijving 1 Status — geeft statusinformatie voor de aangesloten apparatuur.
6.11 Procedures voor eerste instelling Zodra uw display is geïnstalleerd en in bedrijf is gesteld adviseert Raymarine u de procedure voor eerste instelling en enkele aanvullende procedures uit te voeren. 1 Opstart-wizard Wanneer u het display voor de eerste keer aanzet of na een systeemreset wordt de opstart-wizard weergegeven. De wizard begeleidt u door de volgende basisinstellingen voor de configuratie: 2 3 4 D13159-1 1. Waterlijn 2. Maximale diepgang 1. Taal 2. Scheepstype 3.
Enkele factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het berekenen van de veiligheidsmarge zijn: • Manoeuvreerkarakteristieken van het schip — als gevolg van rollen is de benodigde vrije ruimte voor het schip groter. • Kaartnauwkeurigheid — de gegevens van de elektronische kaart zijn misschien niet nauwkeurig of kunnen zijn veranderd nadat ze voor het laatst zijn gemeten. 1. Selecteer Aanpassen. 2. Selecteer Scheepsgegevens. 3. Selecteer Min. veilige diepte, Min. veilige breedte of Min.
6.12 GNSS-status Met de GPS-statuspagina kunt u de status van de beschikbare satellieten bekijken die compatibel zijn met uw ontvanger. De satellietconstellaties worden gebruikt om uw schip in de Kaart- en Weer-toepassingen te positioneren. U kunt uw ontvanger instellen en de status ervan controleren via het GPS-instellingenmenu: Home-venster > Instellingen > Systeeminstellingen > GPS-instellingen.
• WAAS — Wide Area Augmentation System (geëxploiteerd door de Federal Aviation Authority (FAA) in de VS.) • EGNOS — European Geostationary Navigation Overlay Service (geëxploiteerd door het European Space Agency.) • GAGAN — GPS Aided Geo Augmented Navigation (geëxploiteerd door India.
6.13 Stuurautomaatbediening inschakelen De stuurautomaatbedieningsfunctie inschakelen — SeaTalk- en SPX SeaTalkng-stuurautomaten Om de bediening van uw SeaTalk- of SPX SeaTalkngstuurautomaat vanaf uw multifunctionele display in te schakelen volgt u de onderstaande stappen. Doe het volgende vanuit het Home-venster: 1. Selecteer Instellingen. 2. Selecteer Systeeminstellingen. 3. Selecteer Stuurautomaatbediening zodat Aan is gemarkeerd.
6.14 Motoridentificatie Motorgegevens kunnen worden weergegeven op uw MFD met behulp van de Gegevens-toepassing, deze beschikt over enkele vooraf ingestelde Motor-pagina's voor de weergave van de meeste voorkomende soorten motorgegevens. Belangrijk: Voordat u motorgegevens kunt weergeven op uw MFD, dient u: • ervoor te zorgen dat uw MFD LightHouse softwareversie 8 of hoger heeft. • Raadpleeg de belangrijke informatie over "De motor instellen met een ECI-interface" en "De motoridentificatiewizard gebruiken".
De motor instellen met een ECI-interface Voordat uw display motorgegevens kan weergeven op uw MFD, kunt u de "motoridentificatiewizard” van het MFD gebruiken om de motoren in te stellen. Belangrijk: Bij het instellen van een systeem met meerdere motoren, dienen de motoren altijd van bakboord naar stuurboord te worden aangezet.
6.15 AIS-functies inschakelen 6.16 Gedeelde voorkeuren Voordat u verder gaat dient u er zeker van te zijn dat uw AIS-unit is aangesloten op NMEA-poort 1. Met Gedeelde voorkeuren kunnen alle compatibele via het netwerk aangesloten MFD's en instrumentdisplays de gebruikersvoorkeuren delen. Wanneer de gebruikersvoorkeuren worden gewijzigd op 1 display, worden alle compatibele via het netwerk aangesloten displays automatisch bijgewerkt met de aangepaste voorkeuren.
6.17 Geheugen- en cartografiekaarten 6.18 Simulatormodus U kunt MicroSD-geheugenkaarten gebruiken om een back-up/archiefbestand te maken (bijv. waypoints en tracks). Nadat een back-up van gegevens is opgeslagen op een geheugenkaart, kunnen de oude gegevens van het systeem worden gewist, waardoor ruimte wordt vrijgemaakt voor nieuwe gegevens. De gearchiveerde gegevens kunnen op ieder moment worden teruggezet. Cartografische kaartmodules geven aanvullende of bijgewerkte cartografische informatie.
6.19 Het toetsenbord koppelen 6.20 Updates van systeemsoftware Het toetsenbord kan worden gebruikt voor het bedienen van 1 of meer multifunctionele displays. Er kunnen meerdere toetsenborden worden aangesloten op een systeem. Ieder toetsenbord kan worden gekoppeld met maximaal 4 multifunctione displays. Raymarine stelt regelmatig software-updates voor producten ter beschikking, voor nieuwe en uitgebreidere functionaliteit en betere prestaties en bruikbaarheid.
6. Als u een SD-kaartadapter gebruikt, verwijdert u de MicroSD-kaart uit de SD-kaartadapter. Het uitvoeren van software-updates. Attention Voer GEEN software-updates uit terwijl u onderweg bent. 1. Maak een back-up van uw gebruikersgegevens en instellingen. 2. Doe de MicroSD-kaart met de software-updatebestanden in de kaartlezer van uw Datamaster-MFD. Als de geplaatste kaart nieuwe software bevat voor een apparaat op uw systeem, wordt na enkele seconden een pop-up weergegeven.
6.21 Leermiddelen Raymarine heeft een breed aanbod aan leermiddelen samengesteld om u te helpen het optimale uit uw producten te halen. Video-cursussen Officieel Raymarine-kanaal op YouTube: • http://www.youtube.com/user/RaymarineInc Videogalerie: • http://www.raymarine.co.uk/view/?id=2679 Video's voor productondersteuning: • http://www.raymarine.co.
eS Series installation instructions
Hoofdstuk 7: Systeemcontroles Inhoudsopgave • 7.1 GPS-controle op pagina 84 • 7.2 Radarcontrole op pagina 84 • 7.3 Sonarcontrole op pagina 85 • 7.
7.1 GPS-controle Controleren werking GPS U kunt controleren of de GPS werkt met behulp van de kaarttoepassing. 1. Selecteer de kaartpagina. 7.2 Radarcontrole Waarschuwing: Veiligheid radarscanner Voordat u de radarscanner laat draaien, dient alle personeel daar uit de buurt te zijn. Waarschuwing: Veiligheid radartransmissie De radarscanner geeft elektromagnetische energie af. Zorg dat al het personeel uit de buurt van de scanner is als de radar aan het werk is. De radar controleren 2.
7.3 Sonarcontrole Voorbeeld van foutief uitgelijnde radar 1 2 Keuze voor sonartransducer sonarmodule U dient de sonartransducer en de sonarmodule te selecteren die u wilt gebruiken in het weergegeven Fishfinder-toepassingsvenster. Keuze voor sonarmodule • Displays met sonar en DownVisionTM zijn uitgerust met een interne sonarmodule. • U kunt met alle modellen verbinding maken met een compatibele externe sonarmodule of een interne sonarmodule gebruiken van een via het netwerk aangesloten display.
1. Selecteer een fishfinder-pagina in het Home-venster. 2. Selecteer Instellingen. 3. Selecteer Instellingen transducer. 4. Selecteer Dieptecorrectie. De numerieke regelaar voor het aanpassen van de dieptecorrectie wordt weergegeven. 5. Stel de correctie in op de gewenste waarde. De snelheidscorrectie instellen 2. Controleer het fishfinder-display. Wanneer de fishfinder actief is, dient u het volgende te zien: • Dieptemeting (geeft aan dat de transducer werkt).
7.4 Instellen en controleren van de thermische camera Om de correcte werking van de thermische camera te garanderen dient u de belangrijkste functies van de camera in te stellen en te controleren. Voordat u verder gaat dient u er zeker van te zijn dat de camera correct is aangesloten, overeenkomstig de meegeleverde instructies. Als uw systeem de optionele Joystick Control Unit (JCU) en PoE-injector (Power over Ethernet) bevat, dient u er zeker van te zijn dat deze units ook correct zijn aangesloten.
eS Series installation instructions
Hoofdstuk 8: Uw display onderhouden Inhoudsopgave • 8.1 Service en onderhoud op pagina 90 • 8.
8.1 Service en onderhoud 8.2 Reinigen van het product Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen door goedgekeurde Raymarine-dealers te worden uitgevoerd. Ongeautoriseerde reparaties kunnen gevolgen hebben voor uw garantie. Goede reinigingsmethoden.
Hoofdstuk 9: Probleemoplossing Inhoudsopgave • 9.1 Probleemoplossing op pagina 92 • 9.2 Probleemoplossing voeding op pagina 93 • 9.3 Probleemoplossing radar op pagina 94 • 9.4 Probleemoplossing GPS op pagina 95 • 9.5 Probleemoplossing sonar op pagina 96 • 9.6 Sonar-overspraakinterferentie op pagina 98 • 9.7 Probleemoplossing thermische camera op pagina 99 • 9.8 Probleemoplossing systeemgegevens op pagina 100 • 9.9 Probleemoplossing video op pagina 101 • 9.
9.1 Probleemoplossing De informatie over probleemoplossing geeft de mogelijke oorzaken en oplossingen voor algemene problemen van maritieme elektronicasystemen. Alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en uitgeleverd, onderworpen aan uitgebreide test- en kwaliteitsprogramma's. Wanneer u toch problemen hebt met het gebruik van uw product kan deze sectie u helpen de oorzaak vast te stellen en problemen op te lossen zodat het product weer normaal functioneert.
9.2 Probleemoplossing voeding Hier worden problemen met de voeding en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Het product kan niet worden aangezet of blijft uit gaan Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Doorgeslagen zekering/geactiveerde stroomonderbreker 1.
9.3 Probleemoplossing radar Hier worden problemen met de radar en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Bericht: Geen gegevens of Geen scanner Voeding radarscanner Controleer of alle voedingskabels van de scanner in goede staat zijn en dat alle verbindingen goed vastzitten en vrij zijn van corrosie. Controleer de betreffende zekeringen en stroomonderbrekers.
9.4 Probleemoplossing GPS Hier worden problemen met de GPS en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het GPS-statuspictogram “No Fix” wordt weergegeven. Door de geografische locatie of weersomstandigheden is een satellietfix niet mogelijk. Controleer regelmatig of er een fix is ontvangen wanneer de weersomstandigheden beter zijn of op een andere geografische locatie. Fout GPS-verbinding.
9.5 Probleemoplossing sonar Hier worden problemen met de sonar en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Er wordt geen scrollend beeld weergegeven Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Sonar uitgeschakeld Selecteer Ping inschakelen in het menu Instellingen echolood. Incorrecte transducer geselecteerd Controleer of de correcte transducer is geselecteerd in het menu Transducerinstellingen. Beschadigde kabels 1.
Slecht/problematisch beeld Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Stilliggend schip Visbogen worden niet weergegeven wanneer het schip stilligt, vis verschijnt dan in rechte lijnen op het display. Scrollen gepauzeerd of snelheid te langzaam ingesteld Herstart het scrollen of verhoog de scrollsnelheid van de sonar. De gevoeligheidsinstellingen kunnen ongeschikt zijn voor de omstandigheden. Controleer de gevoeligheidsinstellingen en pas ze aan, of reset de sonar. Beschadigde kabels 1.
9.6 Sonar-overspraakinterferentie Er zijn 2 soorten mogelijke sonar-overspraakinterferentie in een Raymarine-sonarsysteem: 1. SideVision-sonaroverspraakinterferentie 2. Overspraakinterferentie van meerdere sonars De soorten overspraakinterferentie die kunnen optreden in uw systeem hangen af van de combinatie en het type van de sonarapparaten die zijn geïnstalleerd en de manier waarop ze zijn geïnstalleerd.
9.7 Probleemoplossing thermische camera Hier worden problemen met de thermische camera en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Video wordt niet weergegeven. Camera is in stand-by-modus. De camera speelt geen video af als hij in stand-bymodus staat. Gebruik één van de cameraknoppen (de thermische camera-toepassing of JCU) om de camera "wakker" te maken uit de stand-bymodus. Probleem met de videoverbindingen van de thermische camera.
9.8 Probleemoplossing systeemgegevens Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen aangesloten apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Instrument-, motor- of andere systeemgegevens zijn niet beschikbaar op alle displays. Het display ontvangt geen gegevens. Controleer de bedrading en de aansluitingen van de gegevensbus (bijv. SeaTalkng).
9.9 Probleemoplossing video Hier worden problemen met de video-invoer en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Er verschijnt een melding met 'No signal' (Geen signaal) op het scherm (het beeld van de video wordt niet weergegeven) Fout in de kabel of de verbinding Controleer of alle verbindingen goed vastzitten en vrij zijn van corrosie.
9.10 Probleemoplossing WiFi Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen draadloze apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen draadloze verbinding. Er is geen draadloze verbinding ingesteld tussen het tablet of de smartphone en het multifunctionele display.
9.11 Probleemoplossing Bluetooth Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen draadloze apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen draadloze verbinding. Er is geen Bluetooth-verbinding ingesteld tussen iPhone en het multifunctionele display.
9.12 Probleemoplossing Touchscreen Hier worden problemen met het Touchscreen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Touchscreen werkt niet zoals verwacht. Touch-vergrendeling is ingeschakeld. Gebruik de Joystick om de touch-vergrendeling op het home-venster uit te schakelen.
9.13 Uitlijning van het Touchscreen Als het Touchscreen niet goed is uitgelijnd met uw aanraking kunt u hem opnieuw uitlijnen om de nauwkeurigheid te verbeteren. Voor het opnieuw uitlijnen hoeft u alleen een object op het scherm uit te lijnen met uw aanraking. Voor de beste resultaten kunt u dit het beste doen wanneer uw schip voor anker of aangemeerd ligt. Opmerking: Dit is alleen van toepassing op multifunctionele displays met touchscreen.
9.14 Probleemoplossing diversen Hier worden diverse problemen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Display gedraagt zich niet stabiel: Stroomvoorziening naar het display valt soms weg. Controleer de betreffende zekeringen en stroomonderbrekers. • Frequente onverwachte resets. • Systeem crasht of ander instabiel gedrag.
Hoofdstuk 10: Technische specificaties Inhoudsopgave • 10.1 Productafmetingen op pagina 108 • 10.2 Gewichtsspecificaties - eS Series op pagina 108 • 10.3 Voedingsspecificatie — eS7x-displays op pagina 109 • 10.4 Voedingsspecificatie — eS9x-displays op pagina 109 • 10.5 Voedingsspecificatie — eS12x-displays op pagina 110 • 10.6 Specificaties display — eS7x-displays op pagina 110 • 10.7 Specificaties display — eS9x-displays op pagina 111 • 10.
10.1 Productafmetingen 10.2 Gewichtsspecificaties - eS Series F eS7x 1,695 Kg (3,74 lbs) eS9x 2,567 Kg (5,66 lbs) eS12x 3,620 Kg (7,98 lbs) C G D A H E B D13276 -1 eS7x eS9x eS12x A 244,2 mm (9,6 in.) 2993 mm (11,8 in.) 358 mm (14 in.) B 275,2 mm (10,8 in.) 332 mm (13 in.) 390,5 mm (15,4 in.) C 144,7 mm (5,7 in.) 173,8 mm (6,8 in.) 222,8 mm (8,8 in.) D 31 mm (1,2 in.) 32 mm (1,3 in.) 31,9 mm (1,3 in.) E 12,5 mm (0,49 in.) 13.5 mm (0,53 in.) 13,5 mm (0,53 in.
10.3 Voedingsspecificatie — eS7x-displays 10.4 Voedingsspecificatie — eS9x-displays Nominale voedingsspanning 12 VDC tot 24 VDC Nominale voedingsspanning 12 VDC tot 24 VDC Werkspanningsbereik 10,8 VDC tot 31,2 VDC Werkspanningsbereik 10,8 VDC tot 31,2 VDC Zekering / stroomonderbrekers Interne zekering Zekering / stroomonderbrekers 15 A inline-zekering LEN (Raadpleeg de Seatalkng-gebruikershandleiding voor aanvullende informatie).
10.5 Voedingsspecificatie — eS12x-displays 10.6 Specificaties display — eS7x-displays Nominale voedingsspanning 12 VDC tot 24 VDC Afmeting 7 in. Werkspanningsbereik 10,8 VDC tot 31,2 VDC Type TFT met LED-achtergrondverlichting Zekering / stroomonderbrekers 15 A inline-zekering Kleurdiepte 24–bit LEN (Raadpleeg de Seatalkng-gebruikershandleiding voor aanvullende informatie).
10.7 Specificaties display — eS9x-displays 10.8 Specificaties display — eS12x-displays Afmeting 9 in. Afmeting 12,1 in.
10.9 Gegevensverbindingen en geheugen — eS7x-displays 10.
10.11 Omgevingsspecificaties De onderstaande omgevingsspecificaties zijn van toepassing op alle display-typen 10.
10.13 Specificatie interne 600 W sonar 10.14 Specificaties interne CHIRP DownVision™ De volgende specificaties zijn alleen van toepassing op multifunctionele displays die beschikken over een ingebouwde 600 W sonarmodule. De volgende specificaties zijn alleen van toepassing op multifunctionele displays die beschikken over een ingebouwde CHIRP DownVision™-sonarmodule.
10.15 Specificatie elektronische cartografie Geïntegreerde elektronische cartografie • Wereldbasiskaart LightHouse-kaarten. • Wereldbasiskaart Navionics. • Wereldbasiskaart Jeppesen 10.
eS Series installation instructions
Hoofdstuk 11: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 11.1 Raymarine-klantenservice op pagina 118 • 11.2 Leermiddelen op pagina 118 • 11.
11.1 Raymarine-klantenservice 11.2 Leermiddelen Raymarine biedt een uitgebreide klantenservice. U kunt contact opnemen met de klantenservice via de Raymarine-website, per telefoon en per e-mail. Als u niet in staat bent een probleem op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om aanvullende hulp te krijgen. Raymarine heeft een breed aanbod aan leermiddelen samengesteld om u te helpen het optimale uit uw producten te halen.
11.3 Ondersteuning voor producten van andere fabrikanten U kunt contactgegevens en informatie over ondersteuning voor producten van andere fabrikanten terugvinden op de betreffende websites. Fusion www.fusionelectronics.com Navionics www.navionics.com Sirius www.sirius.
eS Series installation instructions
Hoofdstuk 12: Reserveonderdelen en accessoires Inhoudsopgave • 12.1 Reserveonderdelen en accessoires eS Series op pagina 122 • 12.2 Digitale ClearPulse-transducers en accessoires op pagina 122 • 12.3 DownVisionTM-transducers en -accessoires op pagina 123 • 12.4 Netwerkhardware op pagina 124 • 12.5 Typen netwerkkabelconnectoren op pagina 125 • 12.6 RayNet naar RayNet-kabels en -connectoren op pagina 127 • 12.7 Typen netwerkkabels op pagina 128 • 12.
12.1 Reserveonderdelen en accessoires eS Series 12.2 Digitale ClearPulse-transducers en accessoires Reserveonderdelen De transducers die hieronder worden genoemd kunnen direct worden aangesloten op MFD-modellen met sonar.
Artikelnummer Afbeelding A80215 Montage Behuizing ThruHull SS60 (600W, 12° hoek) 12.3 DownVisionTM-transducers en -accessoires De transducers die hieronder worden genoemd kunnen direct worden aangesloten op MFD-modellen met DownVisionTM.
12.4 Netwerkhardware Artikel Artikelnummer Opmerkingen HS5 RayNetnetwerkswitch A80007 5–poorts schakelaar voor het aansluiten van meerdere apparaten met RayNet-connectoren op het netwerk. Apparaten met RJ45 SeaTalkhs-connectoren kunnen ook worden aangesloten met behulp van geschikte adapterkabels. RJ45 SeaTalkhsnetwerkswitch E55058 8–poorts schakelaar voor het aansluiten van meerdere SeaTalkhs-apparaten met RJ45-connectoren op het netwerk.
12.5 Typen netwerkkabelconnectoren Er zijn 2 soorten netwerkkabelconnectoren — SeaTalkhs en RayNet. SeaTalkhs-connector — gebruikt voor het aansluiten van SeaTalkhs-apparaten op een Raymarine-netwerkschakelaar via SeaTalkhskabels. RayNet-connector — gebruikt voor het aansluiten van Raymarine-netwerkschakelaars en SeaTalkhs-apparaten op het multifunctionele display met RayNet-kabels.
RayNet naar RJ45-adapterkabels 400 mm (1.3 ft) A80160 1 100 mm (3.9 in) A80247 2 400 mm (1.3 ft) A80272 3 3 m (9.84 ft) A80276 4 5 1 m (3.28 ft) 3 m (9.84 ft) 10 m (32.
12.6 RayNet naar RayNet-kabels en -connectoren 1 400 mm (1.3 ft) A80161 2 m (6.56 ft) 5 m (16.4 ft) 10 m (32.8 ft) 20 m (65.6 ft) A62361 A80005 A62362 A80006 2 3 R70014 4 A80262 100 mm (3.9 in) A80162 D13160-1 Omschrijving Typisch gebruik Aantal 1 Standaard RayNet-verbindingskabel met een (female) RayNet-aansluiting aan beide kanten. Geschikt voor het direct aansluiten van alle RayNet-apparatuur op LightHouse-multifunctionele displays met een RayNet-connector.
12.7 Typen netwerkkabels 12.8 SeaTalkng-kabelcomponenten Er zijn 2 typen SeaTalkhs-netwerkkabels — “patch” en “netwerk”. SeaTalkng-kabelcomponenten en hun functies. • Patch — voor het aansluiten van de volgende apparaten op een Raymarine-netwerkschakelaar: – Thermische camera via PoE-injector. Verbinding / kabel Opmerkingen Backbone-kabel (verschillende lengtes) De hoofdkabel voor de overdracht van data. Verdelers van de backbone worden gebruikt om SeaTalkng-apparaten te verbinden.
12.9 SeaTalkng kabels en accessoires Omschrijving Artikelnr. Opmerkingen SeaTalkng kabels en accessoires voor gebruik met compatibele producten. SeaTalk naar SeaTalkng-converterset E22158 Hiermee kunnen SeaTalk-apparaten worden aangesloten op een SeaTalkng-systeem. SeaTalkng inlineafsluiter A80001 Zorgt voor een directe verbinding tussen een spurkabel en het uiteinde van een backbone-kabel. Geen T-stuk vereist.
eS Series installation instructions
Annexes A Connectoren en pinverbindingen Voedings-, gegevens- en videoconnector 4 Pin Kabel Signaal 1 Wit Poort 1 ingang plus (+) 2 Groen Poort 1 ingang min (-) 3 Oranje/wit Poort 2 ingang plus (+) 4 Oranje/groen Poort 2 ingang min (-) 5 Afscherming BNC mantel 6 Coax midden BNC midden 9 1 8 10 2 7 11 3 6 5 7 Geel Poort 1 uitgang plus (+) Artikel Opmerkingen 8 Bruin Poort 1 uitgang min (-) Identificatie PWR / NMEA / Video 9 Massa Aarde Connectortype 11-pins twistl
Pin Signaal 1 +12V 2 0V 3 Scherm 4 CanH 5 CanL 6 SeaTalk (niet aangesloten) Opmerking: Gebruik alleen Raymarine-kabels voor het aansluiten van SeaTalkng 132 eS Series installation instructions
Annexes B NMEA 0183-regels Het display ondersteunt de volgende NMEA 0183-zinnen. Deze zijn van toepassing op NMEA 0183- en SeaTalk-protocollen.
Annexes C NMEA-gegevensbridging Met NMEA-gegevensbridging kunnen gegevens op de NMEA 2000-bus van het display worden doorgestuurd naar NMEA 0183-apparaten en vice versa. Een voorbeeld van NMEA-gegevensbridging is een systeem dat een GPS-ontvanger van derden bevat, dat is aangesloten op de NMEA 0183-ingang van een Raymarine-display. De GPS-gegevens verzonden door de GPS-ontvanger worden doorgestuurd naar alle daarvoor geschikte apparaten die zijn aangesloten op de NMEA 2000-bus van het display.
Annexes D NMEA 2000-zinnen Het display ondersteunt de volgende NMEA 2000-zinnen. Deze zijn van toepassing op NMEA 2000-, SeaTalkng- en SeaTalk 2-protocollen.
Zenden Ontvangen Gebridged naar NMEA 0183 Berichtnummer Berichtomschrijving 129539 GNSS DOP's 129540 GNSS-satellieten in zicht ● ● 129542 Ruisstatistieken GNSS-pseudobereik ● ● 129545 GNSS RAIM-uitvoer ● 129550 GNSS differentiële correctie ontvangerinterface ● 129551 GNSS differentiële correctie ontvangersignaal ● 129793 AIS UTC- en datumrapport ● 129794 Statische en reisinformatie AIS klasse A ● 129798 AIS SAR vliegtuigpositierapport ● 129801 AIS-geadresseerde veiligheidsm
Sub- of secondaire gasklep Beveiliging starten in vrijstand Motor slaat af Onbekende fout NMEA 2000-zinnen 137
eS Series installation instructions
www.raymarine.