Instructions

121
c) Wiel vervangen
De banden zijn op de velg vastgemaakt opdat ze niet van de velg kunnen worden losgemaakt. Wanneer de banden
zijn afgereden, moet daarom het gehele wiel worden vervangen.
Na het losmaken van de wielmoer trekt u het wiel van de wielas af.
Aansluitend wordt het nieuwe wiel geplaatst zodat de inbus binnen aan de velg precies op de wielmeenemer-moer
steekt.
Schroef het wiel met bij het begin verwijderde wielmoer op de wielas vast. Gebruik echter bij het vastschroeven geen
geweld aangezien anders het wiel maar moeilijk draait, waardoor de aandrijving kan worden beschadigd.
Mogelijkerwijze biedt de wielmeenemermoer (B) bij het
verwijderen van het achterwiel in de velg steken of lost ze
zich van de wielas (C). Let er dan op dat de meeneempen
(D) niet uitvalt of verloren gaat.
Wanneer later het wiel opnieuw wordt gemonteerd, moet
er absoluut worden gecontroleerd dat de meeneempen
(D) precies in het midden van de wielas (C) steekt in
de overeenkomstige bout in de wielmeenemermoer (B)
steekt.
Bij een ontbrekende meenemerstift (D) kan er geen draai-
momentvandemotorophetwielwordenovergedragen;
het wiel draait vrij door.