Instructions

77
• Om het voertuig weg te zetten, moet u altijd eerst de rijregelaar van het voertuig uitzetten en vervolgens
de rij-accu volledig ontkoppelen van de rijregelaar.
Pas dan mag de zender worden uitgeschakeld.
• Bij zwakke batterijen (of accu's) in de zender neemt de reikwijdte af. Vervang de batterijen of accu's
door nieuwe.
Als de rij-accu in het voertuig zwak wordt zal het voertuig langzamer worden of niet meer correct op de
zender reageren.
De rij-accu in het voertuig is niet alleen bestemd voor de stroomvoorziening van de motor via de rijre-
gelaar, maar de rijregelaar genereert ook de nodige spanning/stroom voor de ontvanger en de stuur-
bekrachtiging.
Daarvoor is in de rijregelaar een BEC ingebouwd (Engels voor “Battery Eliminator Circuit”, elektronische
schakelingvoordirectestroomvoorzieningvandeontvangerzonderextraontvangeraccu).
Bij een te lage spanning van de rij-accu kan ook de spanning aan de ontvanger dalen, wat ertoe leidt dat
het voertuig niet meer op de stuurbevelen van de zender reageert.
In dit geval moet u het gebruik onmiddellijk (rijregelaar uitschakelen, rij-accu loskoppelen van het voer-
tuig, zender uitschakelen) beëindigen. Vervang daarna de rij-accu van het voertuig of laad de rij-accu
weer op.
• Zowel de motor en de aandrijving alsook de rijregelaar en de rij-accu van het voertuig worden warm
tijdens het gebruik. Las voor elke accuwissel een pauze van minstens 5 tot 10 minuten in.
• Laat de rij-accu voor het laden volledig afkoelen.
• Raak de motor, de rijregelaar en de accu niet aan tot deze afgekoeld zijn. Gevaar voor brandwonden!