Instructions

81
9. Ingebruikname
a) Carrosserie verwijderen
Trek de veiligheidsclips eruit verwijder de carrosserie naar boven.
b) Antennekabel van de ontvanger plaatsen
Steek de antennekabel door het meegeleverde antenne-
buisje (A) en steek het in de houder (B) aan de bovenkant
vandeontvangerbox.
Voor een groot bereik is het noodzakelijk dat de antenne
verticaal uit het voertuig steekt.
Let er daarbij goed op dat de antennekabel niet wordt
beschadigd.
Kort de antennekabel nooit in! Wikkel de antennekabel
nooit op! Dit vermindert de reikwijdte aanzienlijk.
c) Wielen monteren
De 4 wielen worden apart meegeleverd. Monteer deze met een geschikte binnenzeskantsleutel (meegeleverd) op de
wielas. Neem hiervoor de informatie voor het vervangen van banden in hoofdstuk 12. c) in acht.
Leteropdathetproelvanalle4bandeninéénrichtingwijst.Bijeenpijlvormigebandenproelmoetende
bandenzogemonteerdworden,datdepijlenophetbandenproelnaarvorenwijzen,alsmenvanboven
op het voertuig kijkt.
d) Batterijen/accu's in de zender plaatsen
Open het batterijvak op de zender en plaats daar ofwel de batterijen ofwel volledig opgeladen accu's. Let bij het
plaatsen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie opdruk in het batterijvak. Sluit het batterijvak weer.
Neem bovendien ook de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
e) Zender in gebruik nemen
Schakel de zender aan en zet de trimming voor de stuur- en rijfunctie elk in de middelste positie. Als de zender over
een dualrate-functie beschikt, moet deze worden uitgeschakeld resp. zo worden ingesteld dat de stuurinslag niet
wordt beperkt.
Neem bovendien ook de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.