Instructions

83
h) Rijregelaar inschakelen
Als dat nog niet gebeurd is, zet dan de zender aan. Laat de gas-/remhendel op de zender in de neutrale/middelste
stand (hendel niet aanraken/bewegen). Schakel nu de rijregelaar in. Wacht vervolgens enkele seconden, totdat de
motor een geluidssignaal laat horen.
Het geluidssignaal wordt door een korte aansturing van de motor veroorzaakt. De betekenis van de ge-
luidssignalen vindt u in hoofdstuk 10.
Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.
i) Carrosserie plaatsen en bevestigen
Plaats de carrosserie op de houders en beveilig deze met de metalen clipjes.
j) Voertuig besturen
Plaats het voertuig nu op de grond. Steek uw vingers niet in de aandrijving en houd het voertuig niet vast aan de
wielen.
Bedien de gashendel op de zender heel voorzichtig en rij in het begin niet te hard, tot u vertrouwd bent met
de reacties van de auto op de bediening. Voer geen plotse snelle bewegingen uit met de bedieningsele-
menten van de zender.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trimming voor de besturing overeen-
komstig instellen aan de zender.
De volgende afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van de functies. Deze hoeven niet met de uitvoering
van de meegeleverde zender overeen te komen.
1. Gas-remhendel loslaten (neutrale stand), voertuig rolt uit resp. beweegt niet (evt. trimregelaar voor de rijfunctie op
de zender corrigeren)
2. Vooruit rijden, gas-/remhendel langzaam naar de greep toe trekken
3. Achteruit rijden, gas-/remhendel langzaam van de greep wegschuiven