Instructions

91
15. Verhelpen van storingen
Het voertuig is volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of storingen
optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen. Neem bovendien ook de meege-
leverde gebruiksaanwijzing van de zender in acht.
Het model reageert niet of niet juist
• Bij het inschakelen van de rijregelaar moet de gas-/remhendel in de neutrale-/middelste positie staan. Schakel de
zender in en laat de gas-/remhendel los, beweeg deze niet meer. Schakel nu de rijregelaar in. Wacht tot de geluids-
signalen te horen zijn (de geluidssignalen worden door een korte aansturing van de motor geproduceerd). Pas nu
is het voertuig gereed voor gebruik.
• Hebt u eerst de zender en daarna de rijregelaar ingeschakeld? Bij omgekeerde volgorde werkt de rijregelaar om
veiligheidsredenen niet.
• Controleer de instelling van de rijmodus, zie hoofdstuk 10. c). Kies voor de crawler altijd de crawler-modus (en niet
de normale modus).
• Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger worden gekoppeld met de zender. Deze procedure wordt met
de Engelse term “Binding” of “Pairing” aangeduid. Het koppelen wordt normaal gesproken door de fabrikant uitge-
voerd, kan uiteraard ook door uzelf worden uitgevoerd. Neem hiervoor de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing
van de zender in acht.
• Is de rij-accu van het voertuig leeg of zijn de batterijen in de zender leeg? Vervang de rij-accu of batterijen in de
zender dan door nieuwe.
• Is de rij-accu correct aangesloten op de rijregelaar? Controleer de stekkerverbinding of deze eventueel verontrei-
nigdofgeoxideerdis.
• Is het voertuig te ver weg? Met een volle rij-accu en volle batterijen in de zender moet een bereik van 50 m of meer
mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden, bijv. storingen op de zendfrequentie of
de nabijheid van andere zenders (niet alleen zenders, maar ook WLAN-/Bluetooth
®
-apparaten die eveneens een
zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken), van metalen onderdelen, gebouwen, enz.
De positie van de zender- en ontvangerantenne ten opzichte van elkaar heeft zeer sterke invloed op de reikwijdte.
Het is het beste als zowel de zender- als de ontvangerantenne verticaal staan (met beide antennes parallel ten op-
zichte van elkaar). Als u echter met de zendantenne op het voertuig richt, resulteert dit in een zeer korte reikwijdte!
• Controleer de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Als de stekkers
180° gedraaid zijn aangesloten werken de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en stuurservo met elkaar worden verwisseld stuurt de gas-
remhendel op de zender de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
Het voertuig blijft niet staan als de gashendel wordt losgelaten
• Corrigeer op de zender de trimming voor de rijfunctie (neutrale stand instellen).