Operation Manual
•
In de R-stand(achteruit) worden de achterweer-
gave en de bovenweergave getoond
➁
.Het
beeld aan passagierszijde schakelt over naar de
voor-zijweergave
➃
wanneer de <CAMERA>-
knop wordt ingedrukt.
Druk nogmaals op de <CAMERA>-knop om de
achterweergave weer te geven
➄
.Wanneer de
schakelhendel uit de R-stand(achteruit)wordt
gehaald, verandert het scherm in de beeldendie
werden weergegeven voordat de auto in zijn
achteruit werdgezet.
Druk op de <CAMERA>-knop vanuit
➄
om terug
te gaan naar de achterweergave en de boven-
weergave
➁
.
Starten door middel vande
CAMERA-knop
•
Wanneer de <CAMERA>-knop wordt ingedrukt,
zal de 360 graden camerainwerkingtreden en
de voorweergaveenbovenweergave tonen
➀
.
•
De voorweergaveenbovenweergave worden
getoond
➀
.Wanneer de <CAME RA>-knop nog-
maals wordt ingedrukt
➂
,schakelt de weergave
aanpassagierszijde over op de voor-zijweer-
gave. Door nogmaals op de <CAMERA>-knop te
drukken zal de 360 graden camerauitgescha-
keld worden.
•
Gebruik de schakelhendel om het scherm aan
bestuurderszijde te schakelen tussen de voor-
weergaveendeachterweergave.
•
Wanneer de schakelhendelniet in de R-stand
(achteruit) staat en de rijsnelheid toeneemttot
boven ongeveer 10 km/h (6 MPH), schakelt de
monitor over vanhet scherm vande360 graden
cameranaar het audio- of navigatiescherm.
RICHTLIJNEN
WAARSCHUWING
•
Umag de afstandsrichtlijnen en de voertuig-
breedtelijnen alleen als referentie gebruiken
wanneer het voertuig op een vlak, verhard
wegdek rijdt. De afstand weergegeven op de
monitor dient alleen als richtlijn en kanafwij-
kenvande werkelijkeafstand tussenhet voer-
tuig en weergegeven objecten.
•
Gebruik de weergegeven lijnen en het boven-
aanzicht als referentie. De lijnen en het boven-
aanzicht worden sterk beïnvloed door het
aantal inzittenden, brandstofniveau, huidige
voertuigpositie, de staat vanhet wegdek en
het hellingspercentage.
•
Indien de banden vervangen zijn door banden
met andereafmetingen, dan worden de ge-
schatte koerslijnen en het bovenaanzicht mo-
gelijk onjuist weergegeven.
•
Wanneer ueen heuvel oprijdt zijn de objecten
verder weg dan ze op de monitor lijken. Wan-
neer ueen heuvel afrijdt zijn de objecten dich-
terbij dan ze op de monitorlijken. Gebruik de
spiegels of kijk zelf naar buiten om de afstand
tot andere objecten correctinteschatten.
De voertuigbreedtelijnen en de geschatte koers-
lijnen worden in verhouding breder op het scherm
weergegeven dan de werkelijkebreedte en koers
eigenlijk zijn.
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem 4-15