Operation Manual

In de R-stand(achteruit) worden de achterweer-
gave en de bovenweergave getoond
.Het
beeld aan passagierszijde schakelt over naar de
voor-zijweergave
wanneer de <CAMERA>-
knop wordt ingedrukt.
Druk nogmaals op de <CAMERA>-knop om de
achterweergave weer te geven
.Wanneer de
schakelhendel uit de R-stand(achteruit)wordt
gehaald, verandert het scherm in de beeldendie
werden weergegeven voordat de auto in zijn
achteruit werdgezet.
Druk op de <CAMERA>-knop vanuit
om terug
te gaan naar de achterweergave en de boven-
weergave
.
Starten door middel vande
CAMERA-knop
Wanneer de <CAMERA>-knop wordt ingedrukt,
zal de 360 graden camerainwerkingtreden en
de voorweergaveenbovenweergave tonen
.
De voorweergaveenbovenweergave worden
getoond
.Wanneer de <CAME RA>-knop nog-
maals wordt ingedrukt
,schakelt de weergave
aanpassagierszijde over op de voor-zijweer-
gave. Door nogmaals op de <CAMERA>-knop te
drukken zal de 360 graden camerauitgescha-
keld worden.
Gebruik de schakelhendel om het scherm aan
bestuurderszijde te schakelen tussen de voor-
weergaveendeachterweergave.
Wanneer de schakelhendelniet in de R-stand
(achteruit) staat en de rijsnelheid toeneemttot
boven ongeveer 10 km/h (6 MPH), schakelt de
monitor over vanhet scherm vande360 graden
cameranaar het audio- of navigatiescherm.
RICHTLIJNEN
WAARSCHUWING
Umag de afstandsrichtlijnen en de voertuig-
breedtelijnen alleen als referentie gebruiken
wanneer het voertuig op een vlak, verhard
wegdek rijdt. De afstand weergegeven op de
monitor dient alleen als richtlijn en kanafwij-
kenvande werkelijkeafstand tussenhet voer-
tuig en weergegeven objecten.
Gebruik de weergegeven lijnen en het boven-
aanzicht als referentie. De lijnen en het boven-
aanzicht worden sterk beïnvloed door het
aantal inzittenden, brandstofniveau, huidige
voertuigpositie, de staat vanhet wegdek en
het hellingspercentage.
Indien de banden vervangen zijn door banden
met andereafmetingen, dan worden de ge-
schatte koerslijnen en het bovenaanzicht mo-
gelijk onjuist weergegeven.
Wanneer ueen heuvel oprijdt zijn de objecten
verder weg dan ze op de monitor lijken. Wan-
neer ueen heuvel afrijdt zijn de objecten dich-
terbij dan ze op de monitorlijken. Gebruik de
spiegels of kijk zelf naar buiten om de afstand
tot andere objecten correctinteschatten.
De voertuigbreedtelijnen en de geschatte koers-
lijnen worden in verhouding breder op het scherm
weergegeven dan de werkelijkebreedte en koers
eigenlijk zijn.
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem 4-15