Operation Manual

Mix:
Door de toets [Mix] op het scherm aan te rakentij-
dens het afspelen vaneen iPod, zal het willekeurig
afspelen als volgt afgewisseld worden:
(Normaal) ! Willekeurig afsp. ! (Normaal)
Herhalen:
Door de toets [Herhalen] op het scherm aan te ra-
kentijdenshet afspelen vaneen iPod, zal het her-
haald afspelen als volgtafgewisseld worden:
(Normaal) ! Nummerherh. ! (Normaal)
Seek/Track-knoppen:
Drukopde -knopofde -knop om naar
het vorige of volgende nummer te gaan.
Houd de -knopofde -knop 1,5 seconden
ingedrukt terwijl een nummer wordtafgespeeld om
het huidigenummer terug te spoelen of vooruit te
spoelen.Tijdens het terugspoelen of snel vooruit-
spoelen wordt het nummer op hoge snelheid afge-
speeld. Alsudeknop loslaat, wordt het nummer
weer op normale snelheid afgespeeld.
Bediening vanBluetooth®-audiospeler
Als ueen compatibel Bluetooth®-audioapparaat
hebt dat audiobestanden kanafspelen, dan kanhet
apparaat op het audiosysteem vandeauto worden
aangesloten, zodat de audiobestanden via de luid-
sprekersvan de auto worden afgespeeld.
Bluetooth®-handelsmerk:
m
Bluetooth®iseen handels-
merkvan Bluetooth SIG,Inc. en
in licentie gegeven aan Robert
Bosch GmbH.
Bluetooth®-audio aansluiten:
Volg de onderstaande stappen om uw Bluetooth®-
audioapparaat op de autoaan te sluiten:
1. Druk op de <SETUP>-knop.
2. Selecteer de toets [Tele foon &Bluetooth].
3. Selecteerdetoets [Nieuw apparaat verbinden].
4. Het systeem bevestigt de opdracht en vraagt u
een verbinding vanaf de telefoonhandset tot
stand te brengen. De verbinding sprocedurevan
de mobiele telefoon verschilt per mobiele tele-
foon. Zie voor meer informatie de handleiding
vanhet Bluetooth®-apparaat.
Belangrijkste bedieningen vandeBluetooth®-
audiospeler:
Om te schakelennaar de Bluetooth®-audiomodus,
druktuherhaaldelijk op de AUX-knop totdat de
Bluetooth®-audiomodus wordt weergegeven op
het scherm.
De bedieningen voor Bluetooth®-audio worden op
het scherm getoond.
Bediening vanhet AUX-apparaat
De AUX-ingangsaansluiting zit aan de onderkant
vanhet dashboard. Zie “AUX-ingangsaansluiting
(hulpingang)” eerder in dit hoofdstuk. Op de AUX-
audioingang (jack) kanelk standaardanaloog au-
dio-apparaat aangesloten worden, zoals een
draagbare cassettespeler/CD-speler,MP3-speler of
laptopcomputer.
RENAULTraadt ten zeerste aan om een stereo mi-
nistekkerkabel te gebruiken wanneer uuwmuziek-
apparaataansluit op het audiosysteem. Muziek
wordt wellichtniet goed afgespeeld wanneer ueen
monokabel gebruikt.
-knop:
Om te schakelen naar de AUX-modus, druktuop de
AUX-knoptotdat de AUX-modusgeselecteerd kan
worden terwijl de contactschakelaar op ON of OFF
staat.
JVH0682XZ
Voorbeeld
Display,verwarming en airconditioning, en audiosysteem 4-57