Operation Manual

AUTOMATISCHE REGENERATIE
Wanneer het waarschuwingslampje voor het DPF
gaat branden,betekent dit dat er in het DPF deeltjes
zijn opgevangentot de opgegeven limiet. De deel-
tjes die in het DPF worden opgevangen, kunnen niet
worden verbrand wanneer de auto langzaam rijdt.
Rijd wanneer dit veilig is zo snel mogelijk met een
hogeresnelheid (sneller dan ongeveer 80 km/u (50
MPH)) totdat het roetfilterwaarschuwingslampje
uitgaat. Neem altijd de lokale voorschriften in acht.
Wanneer de opgevangen roetdeeltjes volledig zijn
verbrand, gaat het waarschuwingslampje voor het
roetfilter weer uit.
Voertuigen vanhet type pickup kantelen
aanzienlijk sneller dan anderesoorten voertui-
gen.
Ze beschikken over een groterebodemvrijheid dan
personenauto's,waardoor ze gebruiktkunnen wor-
den in uiteenlopende toepassingen op de weg en in
open terrein. Hierdoor krijgen ze een hoger zwaar-
tepuntdan gewone auto's. Een direct voordeel van
deze hogerebodemvrijheid is een beter zicht op de
omgeving, waardoor de bestuurder problemen kan
voorzien. De auto is er echter niet op gebouwd om
bochten te nemen met dezelfde snelheid als een
gewone personenauto, net zoals een laag
gebouwde sportwagen ook niet geschikt is voor
terreinrijden.Vermijd plotselinge stuurmanoeuvres
en scherpe bochten zoveel mogelijk, vooral bij hoge
snelheden. Net als bij andere auto's vandit soort
kanhet verkeerdbedienen controleverlies of om-
slaan tot gevolg hebben.
Raadpleeg voor informatie over het rijden met vier-
wielaandrijving (4WD) (indien aanwezig) “Vierwie-
laandrijving (4WD) (indien aanwezig)” verderopin dit
hoofdstuk.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
VEILIG RIJDEN
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
WAARSCHUWING
Rijd voorzichtig op open terreinen vermijd ge-
vaarlijkeplekken. De bestuurder of elkean-
dereinzittende moet tijdens het rijden altijd
de veiligheidsgordel vastgemaakt hebben.
Hierdoorzal iedereen goed blijven zitten tij-
dens het rijden dooreen ruig gebied.
Rijd niet overdwarslangs steile hellingen. Het
is beter om in een rechte lijn een helling op of
af te rijden. Terreinwagens kantelen namelijk
gemakkelijker dan dat ze over de kopslaan.
Veel hellingen zijn voor de meeste auto's te
steil. Als uzo'n helling oprijdt, komt de auto
mogelijk stil te staan. Rijdt uzo'n helling af,
dankanhet gebeurendatugeen controleover
de snelheid kunt houden.Als uoverdwarsover
zo'n helling rijdt, kandeauto kantelen.
Schakelniet naar een andereversnelling wan-
neer uvan een steile helling naar beneden
rijdt. Ukunt dan de macht over het stuur ver-
liezen.
Letgoed op tijdens het rijden naar de top van
de helling.Aangekomen bij de top kanereen
ravijn zijn of een anderegevaarlijkesituatie
waardoor ueen ongeluk kunt krijgen.
Alsde motor stoptofals udetop vaneensteile
helling niet kunt halen, probeer dan nooitom
te draaien.Uwauto zoudan kunnen kantelen
of over de kopslaan. Rijd altijd achteruit en
recht naar beneden in de achteruitversnelling
(R).Rijd nooit achteruitin N(vrij) ofmet de kop-
peling ingetrapt (model met handgescha-
kelde versnellingsbak) door alleen de remte
gebruiken, want dan kanude macht over de
auto verliezen.
Door continu hardteremmen bij het afdalen
vaneen helling kunnen de remmen oververhit
en versleten rakenwaardoor udemacht over
het stuur kunt verliezeneneen ongelukkunt
veroorzaken.Traphet rempedaal lichtinenzet
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ RIJDEN OP DE WEG EN
TERREINRIJDEN
5-6 Starten en rijden