Operation Manual

LET OP
Laat het voertuig nooit onbeheerdachter tij-
dens het opwarmen vandemotor.
6. Zetomdemotor af te zetten de schakelhendel in
de P-stand (parkeren) of N-stand (vrij) (modellen
met handgeschakelde versnellingsbak), activeer
de parkeerremenzet de contactschakelaar in de
“OFF”-stand.
RIJDEN MET AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK (AT)
De automatische versnellingsbak(AT)inuwauto
wordt elektronisch bestuurdomtezorgen voor
maximaal vermogen en soepele bediening.
De aanbevolen bedieningsprocedures voor deze
versnellingsbakwordenbeschrevenopdevolgende
pagina's. Volg dezeprocedures voor optimale wer-
king vanuwauto en maximaalrijgenot.
WAARSCHUWING
Schakel niet abruptterug op gladde wegen. Hier-
door kunt udemacht over het stuur verliezen.
LET OP
De stationairesnelheid vandekoude motor is
hoog, wees dus voorzichtig wanneer uineen
vooruit-ofachteruitversnelling schakelt wan-
neerdemotor nog niet is opgewarmd.
Geef geen gas wanneer de auto stilstaat.Hier-
door kandeauto plotselinginbeweging ko-
men.
Schakel nooit naar de P- (parkeren) of R-stand
(achteruit) wanneer de auto naar voren rijdt
en nooit naar de P- (parkeren) of D-stand (rij-
den) wanneer de auto naar achteren rijdt. Dit
kaneen ongeluk veroorzaken of schade aan
de versnellingsbak.
Schakel niet naar de N-stand (vrij) tijdens het
rijden, tenzij uzich in een noodsituatie be-
vindt. Rijden met de versnellingsbak in de N-
stand (vrij) kanernstige schadeveroorzaken
aan de transmissie.
Star tdemotorindeP-stand (parkeren) of N-
stand (vrij). De motor kaningeen enkele an-
derestand gestartworden. Is dit echterwel
mogelijk, laat uw voertuig dan nakijken door
een erkende dealer of gekwalificeerdgarage-
bedrijf.
Schakel naar de P-stand (parkeren) en zetde
auto op de parkeerrem wanneer ulanger dan
een korteperiode stilstaat.
Laat de motor stationair draaien wanneer u
vandeN-stand (vrij) naar een rijstandscha-
kelt.
Om schade aan uw auto te voorkomen wan-
neer ustopt op een opwaartse helling, moet u
de autoniet stil houden door op het gaspe-
daaltedrukken.Gebruikdaardevoetremvoor.
De auto starten
1. Nadat udeauto gestartheefttrapt uhet rempe-
daal volledig in voordat uprobeertdeschakel-
hendel uit de P-stand (parkeren) te halen.
2. Houd het rempedaal ingetrapten zetdeschakel-
hendel in een rijstand.
3. Geef de parkeerremvrij, laat het rempedaal los
en laat vervolgens de auto langzaam in bewe-
gingkomen.
Dezeautomatische versnellingsbak is zo ontwor-
pen dat uhet rempedaal MOET intrappenvoordat
uvanuit P(parkeren) naareen andererijstand
schakelt terwijl de contactschakelaar op “ON”
staat.
RIJDEN MET HET VOERTUIG
5-14 Starten en rijden