Operation Manual

N(vrij):
Geen rijstandofachteruitrijstandisingesc hakeld.
De motor kanindezestand gestartworden. Als de
motor onder het rijden afslaat, kunt uveilig de N-
stand (vrij) kiezen en de motoropnieuw star ten ter-
wijl de auto in beweging is.
D(rijden):
Gebruik dezestand voor normaal vooruit rijden.
Handmatige schakelstand
Wanneer de schakelhendel in de sleuf voor hand-
matigschakelen wordtgezet en naar boven en naar
beneden wordt bewogentijdens het rijden, acti-
veertdeversnellingsbak de handmatige schakel-
modus. De schakelreekskan handmatig geselec-
teerdworden.
Beweeg de schakelhendel naar de +(omhoog) zijde
om op te schakelen. De versnelling schakelt naar
een hogerestand.
Beweeg de schakelhendel naar de (omlaag) zijde
om terug te schakelen. De versnelling schakelt naar
een lagerestand.
Bijhet annulerenvandehandmatigeschakelmodus
brengt udeschakelhendel terug naar de “D”-stand
(rijden). De versnellingsbak keertterug naar de nor-
male rijmodus.
In de handmatige schakelmodus wordtdeschakel-
reeksweergegeven op het voertuiginformatiedis-
play tussen de snelheidsmeter en de toerenteller.
De schakelreeksgaat als volgt omhoog of omlaag:
M
1
!
"
M
2
!
"
M
3
!
"
M
4
!
"
M
5
!
"
M
6
!
"
M
7
M
7(7e):
Gebruik dezestand voor normaal vooruit rijden op
hoge snelheden.
M
6(6e) en
M
5(5e):
Gebruik dezestanden wanneer utegen lange hel-
lingen oprijdt, of voor het remmen op de motor
wanneerulange hellingen afrijdt.
M
4(4e),
M
3(3e) en
M
2(2e):
Gebruik dezestanden voor bergop rijden of op de
motor remmen wanneerubergaf rijdt.
M
1(1e):
Gebruik dezestand voor het langzaam bestijgen
vansteile hellingen of voor langzaam rijden door
diepe sneeuw,ofommaximaal op de motor te rem-
men tijdens steile afdalingen.
Onthouddat unietgedurendelangetijd ophoge
snelheden mag rijden in een lagere versnelling
dan de 7e. Uverbruikt zo onnodig veel brand-
stof.
Door de schakelhendel tweemaal naar dezelfde
kant te bewegen, worden de versnellingen ach-
ter elkaar geschakeld. Letwel op want als udit
ergsnel doet, wordt soms niet geheel gescha-
keld naar devolgende versnelling.
In de handgeschakelde modus kanhet voor-
komen dat de versnellingsbakniet naar de ge-
selecteerde versnelling schakelt of mogelijk
automatisch naar een andereversnelling
schakelt. Hierdoor worden de rijkwaliteiten
vanhet voer tuig behouden en wordt de kans
op autoschade en controleverlies beperkt.
Wanneer de versnellingsbak niet naar de ge-
selecteerde versnelling schakelt, zal de scha-
kelstandindicator vandeautomatische ver-
snellingsbak(AT)gaan knipperen(ophet voer-
tuiginformatiedisplay) en zal een zoemer
klinken.
De versnellingsbak schakelt in de handmatige
schakelfunctie automatisch terug naar de 1e
versnellingvoordat deauto tot stilstand komt.
Bij het accelereren is het dan nodig om op te
schakelennaar de gewenste versnelling.
Terugschakelen methet gaspedaal -in
D-stand (rijden)
Bij het rijden door heuvelachtiggebied of bestijgen
vanheuvels, trapt uhet gaspedaal volledigin. De
versnellingsbakschakeltdan automatisch terug,af-
hankelijk vanderijsnelheid.
Ontgrendeling schakelblokkering
Als de accu leeg is, kandeschakelhendel niet uit de
P-stand (parkeren) gehaald worden, zelfs niet als
het rempedaal is ingetrapt.
JVS0444X
5-16 Starten en rijden