Operation Manual

Volg de volgende procedureomdeschakelblokke-
ring te ontgrendelen:
1. Zetdecontactschakelaar in de “OFF”-stand of
“LOCK”-stand.
2. Activeer de parkeerrem.
3. Verwijder het kapje vandeschakelblokkering
j
Aendruk de ontgrendelknop vandeschakel-
blokkering in.
4. Houd de knop op de schakelhendel ingedrukt en
beweeg de schakelhendel naar de N-stand(vrij)
terwijl udeontgrendelknop vandeschakelblok-
kering ingedrukt houdt
j
A.
Zetdecontactschakelaar in de “ON”-standomhet
stuurslot vrij te geven.
De auto kandoor aanduwennaar de gewenste lo-
catie verplaatst worden.
Als de schakelhendel niet uit de P-stand (parkeren)
gehaald kanworden, laat het systeem vandeauto-
matische versnellingsbak dan zo snel mogelijk na-
kijken door een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
Noodloopfunctie
Wanneer de nood loopfunctie wordt ingeschakeld,
wordtdeautomatische versnellingsbak(AT)geblok-
keerdineen vandevoorwaartse versnellingen, af-
hankelijk vandeomstan digheden.
Als de auto met extreme rijomstandigheden te
maken krijgt,zoals sterkewielslip en direct
daarop hardremmen, kandenoodloopfunctie
worden geactiveerd. Dit gebeurtzelfs als alle
elektrische circuits naar behoren functioneren.
Zetdecontactschakelaar in dit geval in de “OFF”-
stand en wacht 3seconden. Zetdecontactscha-
kelaar vervolgensweer in de “ON”-stand. De auto
moetnu terugkerennaardenormale bedrijfscon-
ditie. Als de auto niet terugkeertnaar de normale
bedrijfsconditie, laat de versnellingsbak dan na-
kijken en eventueelrepareren door een erkende
dealer of gekwalificeerdgaragebedrijf.
RIJDEN MET HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK (MT)
WAARSCHUWING
Schakel nietabrupt terug op gladde wegen.
Hierdoor kunt udemacht over het stuur ver-
liezen.
Laat de motor nietmet eenhoogtoerental
draaien bijhet schakelen naar een lagerever-
snelling. Hierdoor kunt udemacht over het
stuurverliezen of kandemotor beschadigd
raken.
LET OP
Laat uw voet tijdens het rijdenniet op het kop-
pelingspedaalrusten.Hierdoor kanhet kop-
pelingssysteem beschadigd raken.
Trap het koppelingspedaal volledig in voordat
uschakelt. Ukunt andersschade aan de ver-
snellingsbak veroorzaken.
Laatdeauto volledigtotstilstand komen voor-
dat uhem in zijn achteruit (R) zet.
Zetdeversnellinginvrij (N) wanneer de auto
voor een bepaalde tijd stilstaat,bijvoorbeeld
wanneer uvoor een stoplicht wacht,laat de
koppelinglos met hetrempedaal ingetrapt.
De auto starten
1. Trap nadat udemotor hebtgestartdekoppeling
tot de bodem in en zetdeschakelhendel in stand
1(1e), 2(2e) of R(achteruit).RENAULTraadt aan
om de auto in de 2e versnelling te starten op een
vlakkeondergrond en in onbeladen toestand.
2. Trap het gaspedaal langzaam in terwijl utegelij-
kertijd het koppelingspedaal langzaam laat op-
komen en de parkeerremvrijgeeft.
Schakelen
Om vanversnelling te veranderen, of wanneer u
door-ofterugschakelt, het koppelingspedaal hele-
maal intrappen, de geschikte versnelling kiezen, en
vervolgens het koppelingspedaal langzaam en ge-
leidelijk op laten komen.
Startdeauto in de eerste (1e) of tweede (2e) ver-
snellingenschakel naar de derde (3e), vierde (4e),
vijfde (5e) en zesde (6e) in die volgorde naargelang
de snelheid vandeauto dit noodzakelijk maakt.
Als umoeite hebt om de schakelhendel in standR
(achteruit) of de eerste (1e) versnelling te zetten,
schakel dannaar de N-stand (vrij) en laat dan de
koppeling één keer los. Trap het koppelingspedaal
weer volledig in en schakel naar Rof1.
Starten en rijden 5-17