Operation Manual

Als de waarschuwing [4WD systeem fout] verschijnt,
is er wellicht een storing in het 4WD-systeem. Matig
uw snelheid en laat uw auto zo snel mogelijk nakij-
kendoor een erkende dealer of gekwalificeerdga-
ragebedrijf.
LET OP
Star tdemotor niet als auto op een rollenbank
staatmet een wielvan de grond.
Als de waarschuwing [4WD systeem fout] ver-
schijnt tijdens het rijden, is er wellicht eensto-
ring in het 4WD-systeem. Matig uw snelheid
en laat uw auto zo snel mogelijk nakijkendoor
een erkende dealer of gekwalificeerdgarage-
bedrijf.Rijd extravoorzichtig.
De aandrijflijn kanbeschadigd worden als u
doorrijdt terwijl de waarschuwing [4WD sys-
teem fout] is verschenen.
AANBEVOLEN BANDEN VOOR
VIERWIELAANDRIJVING
LET OP
Zorg ervoor dat alle vier de banden dezelfde
maat, hetzelfde merk, dezelfde constructie
(diagonaal,diagonaalgordel ofradiaal) enhet-
zelfde profiel hebben. Als dat niet zo is, kaner
een verschil in omtreklengte ontstaan tussen
de banden op de vooras en die op de achteras,
waardoordebanden snelslijten ende versnel-
lingsbak, de tussenbak en de differentiaal-
tandwielen beschadigd raken.
Gebruik UITSLUITEND reservebanden die
voorgeschreven zijn voor het desbetreffende
model met vierwielaandrijving(4WD).
Bemerkt uernstige slijtage aan de banden, dan is
het raadzaam om alle vier de banden te vervangen
doornieuwe banden vandezelfde maat en con-
structie.Controleer ookde bandenspanningenwie-
luitlijning en corrigeer dezeindien nodig. Neem con-
tactopmet een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
Sneeuwbanden
Als usneeuwbanden gebruikt, moeten ook dezeop
alle vier de wielen vandezelfde ma at, merk, con-
structie en profiel zijn.
Bandenspanning
Controleerregelmatig de bandenspanning in alle
banden, inclusief in de reserveband, met een ban-
denspanningsmeter in een tankstation. Indien no-
dig,breng ze op de juiste spanning.De bandenspan-
ningenzijnaangegevenophet plaatjeop deportier-
stijlaan de bestuurderszijde of op het achterportier.
Banden wisselen
RENAULTraadt aan de banden om de 5.000 km
(3.000 mijl) te wisselen.
Sneeuwkettingen
Monteer sneeuwkettingen uitsluitend op de ach-
terwielen, niet op de voorwielen.
Rijd niet met sneeuwkettingen op geasfalteerde
wegen die sne euwvrij zijn.Wanneer uonder derge-
lijkeomstandigheden met sneeuwkettingen rijdt,
kandit de verschillende mechanismen vandeauto
beschadigen als gevolg vanoverbelasting. Schakel
altijd over op tweewielaandrijving (2WD) wanneer u
op een normaal verhardwegdek rijdt.
Het blokkeersysteem achterdifferentieel is bedoel
om het motorvermogen gelijkmatig te verspreiden
over hetlinkerachterwiel en het rechterachterwiel.
Als uw auto vastzit in zand,sneeuw,modder,etc. of
één vandewielen is los vandegrond en de dif-
ferentieelblokkering staat uit, dan wordt er motor-
vermogen naar het wiel die het minste weerstand
ondervindt gestuurdwaardoor dit gaat tollen en er
onvoldoende trekkracht overblijftvoor het andere
wiel.Deblokkering vanhet achterdifferentieel zorgt
ervoor dat het linker-enrechterwielen als een een-
heid draaien,waardoordeauto zich kanlostrekken.
JVS0533XZ
BLOKKEERSYSTEEM ACHTER-
DIFFERENTIEEL (indien
aanwezig)
Starten en rijden 5-27