Operation Manual

ELECTRONIC STABILITY
PROGRAMME (ESP)
OFF-SCHAKELAAR
Onder de meesterijomstandigheden moet de auto
wordengeredenmet ingeschakeldElectronic Stabi-
lity Programme (ESP).
Wanneer het voertuig vastzit in modder of sneeuw,
zorgthetESP-systeem ervoor dat het motorvermo-
gen wordt verminderdomzohet doorslippenvan
de wielen te verminderen. Het motortoerental
wordtbeperktook alis hetgaspedaaltot opde vloer
ingetrapt. Is het maximum motorvermogen nodig
om een vastzittend voertuig los te maken, schakel
dan het ESP-systeem uit.
Druk op de ESP OFF-schakelaar om het Electronic
Stability Programme(ESP) uit te schakelen. Het ESP
OFF-controlelampje gaat branden.
Druk nogmaals op de ESP OFF-schakelaar of start
de motoropnieuw om het Electronic Stability Pro-
gramme (ESP) weer in te schakelen.
Het Active Emergency Braking-systeem kandebe-
stuurder helpen wanneer er een risicobestaat op
een frontale botsing met een voorligger in dezelfde
rijstrook.
HetActive Emergency Braking-systeem(Actief
noodremsysteem) maakt gebruik vaneen radar-
sensor
die op de voorkant vandeauto is geïn-
stalleerdomdeafstand tot de voorligger op de-
zelfde rijstrook te meten.
WAARSCHUWING
Het Active Emergency Braking-systeem is een
extrahulpmiddel voor de bestuurder.Het be-
tekent niet dat de bestuurder niet meer op de
verkeersomstandigheden hoeftteletten en is
ook geen vervanging voor de verantwoorde-
lijkheid om veilig te rijden. Het systeem kan
geen ongelukken voorkomen die veroorzaakt
worden door onvoorzichtig of gevaarlijk rijge-
drag.
Het Active Emergency Braking-systeem werkt
niet onder alle rij-, verkeers-, weers- en we-
gomstandigheden.
WERKING VANHET SYSTEEM
Het Active Emergency Braking-systeem treedt in
werking bij rijsnelheden boven ongeveer 5km/u (3
mph).
Wanneer het risicobestaat op een aanrijding met
eenvoorligger,geefthet Active Emergency Braking-
systeemeen eerste waarschuwingaan de bestuur-
der door middel vanhet knipperen vanhet waar-
schuwingslampje vanhet systeem(oranje) en een
akoestische waarschuwing.
Als de bestuurder na dezewaarschuwingsnel en
krachtig de remmen bedient en het Active Emer-
gencyBraking-systeem desondankswaarneemt
dat de kans op een aanrijding nog steeds aanwezig
is, zal het systeemautomatisch de auto nog krach-
tiger afremmen.
Als de bestuurder hieropgeen actie onderneemt,
zal het Active Emergency Braking-systeem een
tweedevisuele (rood) en akoestische waarschu-
wing geven. Als de bestuurder vervolgens het gas-
pedaal loslaat, zal het systeemderemmen gedeel-
telijk activeren.
Als het risicoopeen aanrijding onvermijdelijklijkt,
zal het Active Emergency Braking-systeemauto-
matisch nog krachtigerafremmen.
SSD1149Z
NIC3103
ACTIVE EMERGENCYBRAKING-
SYSTEEM(indien aanwezig)
5-30 Starten en rijden