Operation Manual
CRUISE CONTROL BEDIENEN
➀
<CANCEL>-schakelaar
j
A<RES/+>-schakelaar (Resume)
j
B<SET/—>-schakelaar
➁
Hoofdschakelaar cruise control AAN/UIT
➂
Hoofdschakelaar snelheidsbegrenzer AAN/UIT
(Voor details, zie “Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig)” verderop in dit hoofdstuk) (indien
aanwezig)
➃
Cruise controlsymbool
➄
Ingestelde snelheid
Met cruise control is het mogelijk met snelheden
boven 40 km/u (25 MPH) te rijden zonder uw voet
op het gaspedaal te hoeven houden.
Decruise controlzal automatisch geannuleerdwor-
den als de snelheid daalt tot onder ongeveer 33
km/u (21 MPH).
Zetdeschakelhendel op N(vrij) (modellen met au-
tomatische versnellingsbak) of trap de koppeling in
(modellen met handgeschakelde versnellingsbak)
om de cruise control te annuleren.
De cruise control inschakelen
Drukopdehoofdschakelaar vandecruise control
➁
.Het cruise controlsymbool
➃
wordt met de laat-
ste ingestelde snelheid (of ———)
➄
bovenaan het
voertuiginformatiedisplay weergegeven.
De kruissnelheid instellen
1. Accelereer tot de gewenste snelheid.
2. Druk op de <SET/—>-schakelaar
j
Benlaat ver-
volgens los.
3. Het cruise controlsymbool
➃
wordt met de inge-
stelde snelheid (de gewenste kruissnelheid)
➄
bovenaan het voertuiginformatiedisplay weer-
gegeven.
4. Haal uw voetvan het gaspedaal.
De auto zal nu de ingestelde snelheid aanhouden.
Als de auto langzamer rijdt dan de minimum in-
stelbaresnelheid, dan kandecruise control niet
worden ingesteld.
De vooringesteldesnelheid hervatten:
Druk op de <RES/+>-schakelaar en laat weer los
j
A.
De auto hervatdelaatst ingestelde kruissnelheid
wanneerderijsnelheid hoger is dan 40 km/u (25
MPH).
De kruissnelheid wijzigen
Volg een vandevolgende methodes om de kruis-
snelheid te wijzigen.
Een lageresnelheid instellen:
Volg één vandevolgende metho des om een lagere
snelheid in te stellen.
•
Remopnormale wijzeafmet behulpvan het
rempedaal.
Druk wanneerdeauto de gewenste kruissnel-
heid bereikt de <SET/—>-schakelaar
j
Bomlaag
en laat los.
De nieuwe ingestelde snelheid wordt nu aan de
bovenkant vanhet voertuiginformatiedisplay
weergegeven.
•
Houdde<SET/—>-schakelaar
j
Bingedruktom
de ingestelde snelheid in stappen van5km/u (3
MPH) te verlagen.
Wanneerdegewenste snelheid op het voertui-
ginformatiedisplay wordtbereikt, laat ude
<SET/—>-schakelaar los zodat de instellingin
werking treedt.
•
Druk dandeschakelaar <SET/—>
j
Bheel even in.
Ditzaldesnelheidverlagen metongeveer 1km/u
(1 MPH).
De nieuwe ingestelde snelheid wordt bovenaan
op het voertuiginformatiedisplay getoond.
NAA1866
Modellen met snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
NAA1667
5-36 Starten en rijden